Nederland - In 2017 registreerde de politie weer meer overlastincidenten waarbij personen met verward gedrag betrokken waren. Het aantal geregistreerde incidenten steeg met 12 procent ten opzichte van 2016.
Uit de cijfers van alle politie-eenheden blijkt dat het totale aantal overlastregistraties waarbij een of meerdere personen met verward gedrag betrokken waren, steeg van 51.945 in 2013 naar 83.501 in 2017. Alle politie-eenheden volgen min of meer de landelijke trend.Aantal registraties overlast personen met verward gedrag per eenheid, peildatum 3-1-18
Unieke personen
De politie benadrukt dat lang niet alle mensen met verward gedrag met de politie in aanraking komen. In de meeste gevallen is het gedrag niet overlastgevend, crimineel of gevaarlijk. Het gaat om kwetsbare mensen, die de grip op hun leven (dreigen te) verliezen. Passende zorg en ondersteuning kan veel leed voor de persoon zelf en de omgeving voorkomen.
Uit de huidige cijfers kunnen geen conclusies worden getrokken over het aantal personen met verward gedrag dat voor overlast zorgt. Eenzelfde persoon kan zorgen voor meerdere registraties en bij één registratie kunnen ook meerdere personen betrokken zijn. Personen die in verwarde toestand een strafbaar feit pleegden, zijn ook niet in deze (overlast)categorie opgenomen. Dit geldt ook voor personen die suïcide pleegden of een poging daartoe deden. Daarnaast zijn verschillen in registratiediscipline niet uitgesloten, bijvoorbeeld omdat er meer aandacht is voor de problematiek.
In de registratie wordt geen onderscheid gemaakt tussen lichte en zwaardere problematiek, acuut of niet-acuut
Zorgelijk
Ondanks de beperkingen van de registratie is de stijgende trend opvallend en zorgelijk. De politie heeft grote zorgen om de mensen die dreigen af te glijden en de mensen van wie het gedrag veel impact heeft op de omgeving. De indruk is dat niet alleen het aantal, maar ook de ernst van de incidenten toeneemt. Honderden politiemensen hebben dagelijks met deze problematiek te maken en het komt ook regelmatig voor dat speciale teams ingezet moeten worden om rust in de situatie te brengen. De oorzaken hiervan zijn lastig te duiden en vraagt nader onderzoek.
Momenteel wordt door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzoek verricht in opdracht van het landelijk “Schakelteam personen met verward gedrag” naar de aard en omvang van het vraagstuk van mensen met verward gedrag. De analyse richt zich onder meer op het aantal unieke personen in de overlastregistratie van de politie. In het onderzoek wordt ook informatie van andere organisaties betrokken. De uitkomsten worden in de loop van dit jaar door het Schakelteam bekend gemaakt.
Politie en zorg in de wijk
Volgens politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg van de Eenheid Amsterdam, die binnen de politie verantwoordelijk is voor het thema personen met verward gedrag, wordt er nog te weinig gedaan om te voorkomen dat mensen in de problemen komen en situaties uit de hand lopen.
‘Preventie en vroegsignalering moeten veel hoger op de agenda komen en prioriteit krijgen. Net zoals de politie zouden ook professionals uit de zorg en ondersteuning 24/7 bereikbaar en beschikbaar moeten zijn in wijken en buurten. Samen met wijkagenten kunnen zij zorgwekkende signalen vroeg oppikken en kwetsbare mensen eerder voorzien van passende zorg en ondersteuning. Bij de politie zijn ze vaak niet op de goede plek. Het hulpaanbod moet beter aansluiten bij de behoeften en moet goed toegankelijk zijn, zonder financiële en bureaucratische drempels. Belangrijk is ook dat mensen niet uit het oog worden verloren.’
Stabiele levensstructuur
Bij verwardheid kan sprake zijn van een psychische stoornis, maar ook van verslaving, dementie, een verstandelijke beperking en diverse levensproblemen. Vaak is sprake van een combinatie van problemen waarbij inzet van verschillende disciplines nodig is. ‘Bij mensen die veelvuldig met de politie in aanraking komen, ontbreekt het vaak aan een stabiele levensstructuur. Essentieel is om het belang van de persoon centraal te stellen en oplossingen te realiseren dwars door alle muren en schotten van organisaties heen. Belangrijk blijft dat onder regie van gemeenten voorzien wordt in bijvoorbeeld passende huisvesting, een zinvolle dagbesteding en financiën die op orde zijn’, onderstreept Aalbersberg.
Tijdelijk vangnet
Aalbersberg: ’Onze partners hebben in 2017 goede stappen gezet om ervoor te zorgen dat personen met verward gedrag die niet worden verdacht van een strafbaar feit, in een passende omgeving worden opgevangen. Vroeger werden zij vaak meegenomen naar een politiebureau om daar beoordeeld te worden. Maar dat is niet humaan en er is geen juridische basis voor. Per januari 2018 is de politie ook gestopt met het vervoer van deze mensen, tenzij sprake is van een verdenking van een strafbaar feit. De praktijk is echter weerbarstig. Helaas moeten we constateren dat het in veel regio’s nog ontbreekt aan passend vervoer. Hierover zijn we met partners in gesprek.’
Volgens Aalbersberg verschillen de stand van zaken en de gekozen oplossing per regio. ‘Personen mogen hierdoor niet in de knel komen, waardoor de politie nog incidenteel als tijdelijk vangnet fungeert en mensen niet aan hun lot overlaat. De politie houdt uiteraard een rol in de aanpak. Partners en de samenleving kunnen 24/7 op de politie blijven rekenen als sprake is van strafbare feiten, openbare-ordeproblematiek, gevaar of dreiging. Vaak zijn zorgpartners in staat om de situatie te normaliseren. In geval van agressie kan de politie zo nodig mee ter bescherming van hulpverleners.’
Onverminderd urgent
Het landelijk Schakelteam, waarin ook de politie participeert, concludeerde vorig jaar dat er op veel plaatsen in Nederland hard gewerkt wordt aan een goed werkende aanpak voor mensen met verward gedrag. Gemeenten en regio’s hebben de opdracht gekregen om die voor oktober 2018 te realiseren. Gelet op de continue stijging en de ernst van de incidenten waarmee de politie wordt geconfronteerd, constateert Aalbersberg dat er nog te weinig is gebeurd. ‘Er moet echt fundamenteel iets veranderen om een stevige beweging naar de voorkant te maken en ernstig leed te voorkomen. Daarvoor is bestuurlijk commitment en een gezamenlijke inzet van alle partners op lokaal, regionaal en landelijk niveau noodzakelijk.’