Den Haag - De meeste Nederlandse jongeren zijn van mening dat de politie respectvol met jongeren omgaat. Dat is de belangrijkste conclusie uit een vandaag verschenen rapport van het Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS).
Twee op de vijf jongeren zijn echter wel van mening dat de politie anders optreedt naar jongeren met een niet-westerse achtergrond. Ze zijn van mening dat jongeren met een Turkse of Marokkaanse achtergrond vaker slechter behandeld worden.
De samenstellers van het rapport onderzochten hoe jongeren in de leeftijd van 12 tot 16 jaar het contact met de politie ervaren en hoe dit hun perceptie van rechtvaardig handelen van de politie naar jongeren beïnvloedt.
Niet nieuw
Voor Peter Slort, portefeuillehouder diversiteit, zijn de conclusies niet nieuw. ‘Van oudsher is er sprake van een spanningsveld tussen politie en jongeren op straat. Ik ben blij dat de meeste jongeren vinden dat de politie respectvol met jongeren omgaat. Ik betreur het tegelijkertijd natuurlijk wel dat sommige groepen vinden dat ze door de politie slechter worden behandeld dan andere groepen jongeren. Dat is iets wat we absoluut niet willen. Wij willen een politie van en voor iedereen zijn.’
Vicieuze cirkel
Het rapport spreekt van een vicieuze cirkel. Jongeren met een migratieachtergrond voelen zich niet thuis in de Nederlandse samenleving, houden zich hierdoor minder aan de wet en komen dus vaker in aanraking met de politie. En dat bevestigt hun beeldvorming dat de politie hen ‘extra pakt’ vanwege hun huidskleur. En dan het is cirkeltje rond. ‘Willen we deze vicieuze cirkel doorbreken dan is het zaak dat de politie de relatie met deze jongeren verbetert en indien nodig het verloren vertrouwen herstelt’, stellen de onderzoekers in het rapport.
Vooral jongeren met een Marokkaanse achtergrond hebben het minste vertrouwen in de politie. Jongeren die minder vertrouwen hebben in de politie, wonen vaker in buurten met veel criminaliteit en minder sociale controle.
Andere sfeer
‘In alle eenheden wordt geïnvesteerd in het opbouwen van vertrouwen’, zegt Peter. ‘Veel wijkagenten bezoeken scholen en vloggende collega’s laten jongeren meekijken in het dagelijkse politiewerk. Ook worden in diverse wijken dialoogsessies georganiseerd. Zo’n avond begint soms wat kil, maar op het eind van de avond wordt er veel gelachen. Collega’s praten dan in alle rust met jongeren, onder meer om uit te leggen waarom we doen wat we doen. Daar is op straat, vaak in de hectiek van het moment, geen tijd voor.’
Stil in de klas
Peter noemt ook een aantal goede initiatieven om de contacten tussen jongeren en politie te verbeteren. Zoals de doorlopende leerlijn van collega Irma Nijman uit Den Haag die het werk van de politie op scholen uitlegt. ‘Zij vertelt hoe het is om agent te zijn. Dat een agent bijvoorbeeld na een mislukte reanimatie van een kind er niet op zit te wachten op straat door een jongere voor klootzak uitgemaakt te worden. Dan is het stil in de klas.’
Bondgenotenaanpak
Ook de Bondgenotenaanpak in Midden-Nederland noemt Peter een uitstekend voorbeeld. Wijkagenten en leidinggevenden bouwen gezamenlijk een structureel maatschappelijk netwerk op, bestaande uit de informele leiders uit de wijk die als het nodig is bereid zijn om de politie een handje te helpen, bijvoorbeeld bij overlast op straat. ‘Laatst was ik aanwezig bij een wervingsavond voor de politie, die was georganiseerd door enkele bondgenoten. Mooier kun je het niet hebben!’ aldus Peter.
Jongerenraad
Een ander voorbeeld van hoe de politie jongeren betrekt bij het werk is de Jongerenraad die dit voorjaar wordt geïnstalleerd. De Jongerenraad bestaat uit ongeveer vijftien jongeren tussen de 12 en 18 jaar die gaan meedenken over de maatschappelijke vraagstukken die de politie bezighouden.
'Criminaliteit verplaatst zich'
Volgens Liesbeth Huyzer van de korpsleiding zijn jongeren een waardevolle doelgroep, omdat zij anders denken en een andere kijk hebben op zaken dan volwassenen. ‘Denk aan ontwikkelingen op internet. Criminaliteit verplaatst zich steeds meer naar de digitale wereld en de jeugd is daar meer in thuis. Ook op andere terreinen kijken we naar de politie van overmorgen en wie kunnen we hier beter bij betrekken dan jongeren zelf?’ ‘Bovendien willen wij als politie midden in de samenleving staan, écht contact hebben’, benadrukt Huyzer. ‘Daarom is het zo belangrijk om verschillende groepen in de samenleving te zien en te horen, ook deze jongeren. We willen weten wat hen beweegt, hoe zij dingen beleven en welke inzichten zij hebben.’
In 2018 komt een vervolgonderzoek, gericht op interventies om te communicatie tussen politie en jongeren te verbeteren. De politie gaat met de onderzoekers in gesprek over hun bevindingen en het vervolgonderzoek.