Rotterdam - Agenten hebben na een 112-melding afgelopen zaterdag 7 juli het stroomstootwapen ingezet om geweld van een man te doorbreken die in een verpleeghuis in Rotterdam-Noord een gevaar werd voor zichzelf, voor medebewoners en voor het personeel.
De 73-jarige man is dement en reageerde niet op door de medewerkers gegeven medicatie om tot rust te komen. Zij voelden zich zo bedreigd, dat er geen andere optie meer was dan de politie te bellen. De man verwondde zichzelf door zijn acties en niet wilde kalmeren.
Inzet stroomstootwapen
De keuze voor het inzetten van een stroomstootwapen is er niet een die door de agenten direct bij binnenkomst wordt gemaakt. De agenten probeerden op de man in te praten, maar die was op dat moment bezig een raam te vernielen met een stuk metaal met scherpe uiteinden en weigerde daarmee te stoppen. Hij bloedde aan beide handen en had al een televisie en een bloempot vernield. De kans dat de man ernstiger gewond zou raken zodra de ruit het zou begeven was zeer aannemelijk.
Het low-profile benaderen van de man door de agenten had niet het gewenste effect. Een fysieke confrontatie zou niet de-escalerend werken en een wapenstok of inzet van de hond zou veel meer letsel berokkenen. Pepperspray gebruiken was gezien de leeftijd van de man geen wettelijke optie. Hierop werd besloten het stroomstootwapen in te zetten. Een middel wat na inzet geen letsel geeft en waarvoor geen leeftijdsgrens is.
De man werd gewaarschuwd dat de taser tegen hem gebruikt zou gaan worden, maar ging door met het vernielen van het raam. De man zei dat niet te zullen doen. De agent met het stroomstootwapen instrueerde zijn collega’s om de man op te vangen zodra hij getaserd was en zo geschiedde. De collega’s vingen de man op, legden hem op de grond en boeiden hem. Een aanwezige arts en gewaarschuwd ambulancepersoneel hebben de man daarna onderzocht. Hij hoefde niet mee naar het ziekenhuis. De familie is ter plekke ingelicht door een arts. In de afgelopen dagen zijn er vervolggesprekken geweest en die zullen ook de komende dagen worden voortgezet tussen de familie, instelling en politie.
Stroomstootwapen en BOPZ
Het incident vond plaats in een verpleeghuis, op een zogenaamde BOPZ-afdeling. Dit is een afdeling “Bijzondere opneming Psychiatrische Ziekenhuizen”, maar daarmee geen GGZ-instelling. In het huis zijn verschillende BOPZ-afdelingen waar mensen wonen die zichzelf buiten de inrichting niet kunnen handhaven door onder meer hun geestestoestand –in dit geval ernstige dementie. De agent in kwestie maakte onderweg naar het incident de afwegingen welke middelen hij tot zijn beschikking zou hebben, afgaande op de hulpvraag van de medewerkers van het verpleeghuis.
Achteraf bleken de BOPZ-etages van de betreffende instelling op een lijst te staan die is toegevoegd aan een motie die in december 2017 is aangenomen door de Tweede Kamer. Die motie verbiedt de inzet van het stroomstootwapen binnen GGZ-instellingen. Iets wat het personeel zelf ook niet wist en daarmee ook de agent onbekend was.
Reactie politiechef Paauw
Politiechef Frank Paauw: “ Een hondengeleider maakte onderweg naar de instelling de inschatting welke middelen hij tot zijn beschikking had om zo zuiver en te goeder trouw te handelen. Hij koos ter plaatse voor het stroomstootwapen om zo min mogelijk letsel te veroorzaken. Naar nu blijkt mocht dat dus niet op die specifieke afdeling, omdat die op de door de motie verboden lijst staat. We gaan kijken hoe we in samenwerking met de instellingen de betreffende locaties kunnen registreren in ons meldkamersysteem. Maar dat laat onverlet dat we natuurlijk als politie eigenlijk niet in dit soort instellingen moeten hoeven optreden.”