DEN HAAG - De ministerraad heeft op voorstel van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ingestemd met het nieuwe beleidskader gemeentelijke herindelingen.
Alle nieuwe gemeentelijke herindelingen worden getoetst aan dit nieuwe kader om herindelingsprocedures te borgen en meer van onderop te laten verlopen. Het doel van het nieuwe kader is een grotere democratische betrokkenheid en meer draagvlak van inwoners. Grotere slagkracht en samengaan is voor sommige gemeenten met de opgaven van nu ook van belang.
Gemeenten moeten in hun organisatie en werkwijzen voortdurend aansluiten op nieuwe opgaven en ontwikkelingen in de samenleving. Tegelijkertijd is het belangrijk dat het gemeentebestuur voldoende benaderbaar blijft voor zijn inwoners. Voor bijvoorbeeld woningbouw, mobiliteit en de energietransitie, is het nodig dat gemeenten samenwerken op een grotere schaal om effectiever te kunnen zijn. Het kabinet wil de mogelijkheden daarvoor verruimen en wel zo dat lokaal en regionaal een betere balans kan worden gevonden tussen het organiseren van voldoende slagkracht, draagvlak en het behouden van de nabijheid van het bestuur. Ollongren: “Lokaal bestuur moet ook in de toekomst nabij, betrokken en benaderbaar zijn, ongeacht of een gemeente qua aantal inwoners of grondgebied groeit. Draagvlak, participatie en uitleg zijn cruciaal. Daar voorziet dit nieuwe kader in.”
Daarnaast wil minister Ollongren verschillen tussen gebieden in Nederland toestaan: “Verschil toestaan is juist nodig om alle Nederlanders dezelfde kansen te bieden en daarmee de eenheid van Nederland te bevorderen.” In haar Thorbeckelezing in oktober 2018, gaf de minister al aan meer te willen differentiëren in taken en bestuursvorm, als dat gemeenten helpt om hun inwoners beter van dienst te kunnen zijn. In verschillende delen van Nederland gelden immers andere uitdagingen en kansen, zoals in krimpgebieden of juist de dichtbevolkte Randstad.
In sommige gevallen is een gemeentelijke herindeling de beste oplossing. Het kabinet geeft er in die gevallen de voorkeur aan dat gemeenten dan zelf het initiatief nemen tot een herindeling. Daarom gaat het beoordelingscriterium ‘draagvlak’ zwaarder wegen. Als er echt bestuurlijke problemen leven, kunnen ook provincies het initiatief nemen tot een herindeling. Daarvoor geeft het nieuwe beleidskader helderder randvoorwaarden, zoals dat de provincie een visie moet hebben op de ontwikkeling van de bestuurlijke organisatie en dat er vooraf moet worden overlegd met de minister van BZK. Deze randvoorwaarden dragen er aan bij dat provinciale herindelingsprocedures zorgvuldig zullen verlopen en provincies ook meer zekerheid hebben over steun vanuit het Rijk, indien zij een herindelingsprocedure starten.
Een gemeentelijke herindeling is overigens slechts één van de beschikbare instrumenten voor gemeenten om hun bestuurskracht te versterken. Welke oplossing gemeenten uiteindelijk ook kiezen, het kabinet wil redereneren met het belang van inwoners voorop. Het nieuwe beleidskader geldt voor alle herindelingsadviezen die vanaf nu aan de minister worden aangeboden.