DEN HAAG - De Islamic University of Applied Sciences Rotterdam (IUASR) heeft van minister Van Engelshoven (OCW) drie maanden de tijd gekregen om afstand te nemen van discriminerende uitspraken van rector Ahmet Akgündüz.
De hogeschool moet dat onder meer doen door een verklaring te plaatsen op de website van de instelling en door een advertentie te plaatsen in een landelijk dagblad. Gebeurt dat niet, dan wordt de IUASR de bevoegdheid afgenomen om graden te verlenen. De minister heeft de Tweede Kamer vandaag over dit zogeheten waarschuwingsbesluit geïnformeerd.
Rector Akgündüz heeft op 27 november 2018 op de Turkse televisie een aantal uitspraken gedaan die in (sociale) media discriminerend werden opgevat. De minister heeft naar aanleiding van deze uitingen op 17 december de Commissie Beoordeling Uitingen Maatschappelijk Verantwoordelijkheidsbesef om advies gevraagd. Deze commissie adviseert de minister in gevallen waarin instellingen hun verplichting tot bevorderen van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef niet lijken na te komen. De commissie bestaat uit onafhankelijke experts: een oud-rechter, een deskundige op het gebied van gelijke behandeling en een deskundige op het gebied van onderwijsrecht.
Naar het oordeel van de commissie zijn twee van de drie onderzochte uitspraken in onderlinge samenhang bezien inderdaad discriminerend en volgens de commissie te kwalificeren als ‘hate speech’. Het gaat dan om deze twee citaten:
* “[…] conform het overduidelijke vers in het hoofdstuk Al-Hujurãt in de Koran is het volgens de islamitische leer en de Koran zelfs geoorloofd om iemand die tegen de staat in opstand komt, dood te maken. Dientengevolge is het zo dat Fetö en zijn groepering […] rebellen zijn louter en alleen vanwege hun tweedrachtsactie op 15 juli en het feit dat zij in opstand komen tegen de staat. Ook dit druist in tegen de Islam.”
* “De derde groep bestaat uit 15 à 20%. Deze lui zijn dus anarchisten die door de tegen ons gekante vreemdelingenhaters in het buitenland werden bedrogen en op die manier de actie van 15 juli hebben veroorzaakt. Ik zei: ‘Jullie mogen met deze lui doen wat jullie willen…’.”
Nu bekend is dat de commissie de uitspraken discriminerend vindt, heeft de minister de volgende stap gezet in de procedure: het geven van een waarschuwing. De IUASR kan aan de waarschuwing voldoen door binnen drie maanden publiekelijk afstand te nemen van de uitspraken van de rector. De minister heeft hier voorwaarden aan gesteld, onder meer dat de IUASR een verklaring moet plaatsen op de website van de instelling en door een advertentie te plaatsen in een landelijk dagblad. De IUASR heeft bezwaar aangetekend tegen het waarschuwingsbesluit van de minister en heeft de rechtbank gevraagd om de termijn, waarbinnen zij aan de waarschuwing moet voldoen, te schorsen.
Van Engelshoven: ,,Ik sta voor de kwaliteit van al het hoger onderwijs in Nederland. Daar hoort bij dat alle hoger onderwijsinstellingen zich inzetten voor de bevordering van het maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef van hun studenten. Volgens de wet houdt dat ten minste in dat de instelling en vertegenwoordigers daarvan geen discriminerende uitspraken doen. Daarom is deze waarschuwing nu op z’n plaats.’’
Als de IUASR weigert afstand te nemen van de uitspraken, is er geen plek meer voor deze instelling in het stelsel. De minister zal dan de instelling de bevoegdheid afnemen om graden te verlenen waardoor de instelling geen geaccrediteerd onderwijs meer mag verzorgen en de instelling automatisch ook niet langer een hogeschool is.