DEN HAAG - De overheid moet sneller en in meer gevallen kunnen ingrijpen wanneer een school ernstig onder de maat presteert. Ook moet de bekostiging van een school in meer gevallen beëindigd kunnen worden.
Deze maatregelen zijn onderdeel van een pakket dat ministers van onderwijs Slob en Van Engelshoven vandaag presenteren. Hiermee willen zij meer mogelijkheden hebben om in te grijpen bij scholen die slecht functioneren. Bijvoorbeeld in gevallen waarin de basiswaarden en grondrechten van onze samenleving niet worden nageleefd.
Bij een aantal ernstige incidenten is gebleken dat de overheid niet altijd snel en adequaat kan optreden. Voor de meeste situaties voldoen de huidige mogelijkheden. Er zijn echter uitzonderlijke situaties waarbij dit nog niet het geval is. Voor die situaties willen de ministers maatregelen nemen.
Slob: ‘Onderwijs in een veilige omgeving’
“In ons onderwijsstelsel is er grote mate van zelfstandigheid van scholen”, zegt minister Slob. “Bij die vrijheid hoort echter ook verantwoordelijkheid. De meeste scholen en besturen gaan daar goed mee om. Maar als een school of bestuurder die verantwoordelijkheid niet pakt, moeten we kunnen ingrijpen. Want leerlingen en studenten moeten erop kunnen vertrouwen dat zij goed onderwijs krijgen.”
Sneller actie bij spoedeisende gevallen
Een van de maatregelen is de mogelijkheid om in spoedeisende gevallen sneller actie te ondernemen. Onder andere bij incidenten rondom eindexamens is snelheid cruciaal. Door deze maatregel kan de minister bijvoorbeeld de bevoegdheid om diploma’s uit te reiken tijdelijk opschorten om onderzoek te doen.
In meer gevallen steviger kunnen ingrijpen
In het basis - en voortgezet onderwijs is het soms lastig om stevig in te grijpen, omdat de regels daarvoor erg strikt zijn. Het wordt daarom mogelijk gemaakt om scholen opdrachten te geven, ook als niet de kwaliteit van het hele stelsel in gevaar is. De ministers willen op deze manier kunnen ingrijpen bij ernstig of langdurig verwaarlozen van burgerschapsonderwijs of sociale veiligheid.
Daarnaast willen de ministers schoolbestuurders in het basis - en voortgezet onderwijs in een uiterst geval de opdracht kunnen geven om niet functionerende bestuurder(s) of intern toezichthouders te ontslaan.
Beëindiging bekostiging
De meest vergaande maatregel die ministers hebben richting scholen is het beëindigen van de bekostiging. Nu kan dat in het basis - en voortgezet onderwijs alleen als er langdurig te weinig leerlingen zijn of als er sprake is van langdurig zeer zwak onderwijs. Dit moet in meer gevallen mogelijk worden. Zoals bij extremisme, de verspreiding van antidemocratisch gedachtegoed of wanneer de sociale veiligheid structureel in het geding is. Minister Slob: “Het bevorderen van burgerschap is niet voor niets een kerntaak van scholen. Die is niet-onderhandelbaar.”
Van Engelshoven: ‘Goede scholen merken hier niets van’
“Goede scholen zullen niets merken van de nieuwe maatregelen. Scholen die ernstig onder de maat zijn wel,” aldus minister Van Engelshoven. “In het mbo creëren we meer mogelijkheden om in te grijpen bij uitingen die in strijd zijn met de basiswaarden van onze samenleving. Net als in het hoger onderwijs stellen we een commissie in, op basis van wiens oordeel we bijvoorbeeld financiële sancties kunnen opleggen.”
Hogere financiële sancties
Ook willen de ministers dat er hogere financiële sancties mogelijk worden bij voortdurende of ernstige overtredingen. Daarnaast willen de ministers het mogelijk maken dat overtredingen die al zijn beëindigd gesanctioneerd kunnen worden. Bijvoorbeeld als de Inspectie de toegang tot een basis- of middelbare school is geweigerd.
Kortere termijnen bij spoedeisende zaken
Op korte termijn gaat de Inspectie kijken welke termijnen ingekort kunnen worden, zodat er sneller onderzoek kan worden gedaan. Zo zal de Inspectie de termijn bij spoedeisende zaken voor hoor en wederhoor beperken tot maximaal twee weken, zodat onderzoek sneller is afgerond. Nu is dat doorgaans vier weken.