DEN HAAG - De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met een nieuw stelsel voor toezicht op de kwaliteit in de bouw. Met de wet Kwaliteitsborging voor het bouwen wordt de consument beter beschermd.
Er komt een kwaliteitscontroleur die het bouwplan toetst op risico’s en op de bouwplaats controleert of het werk aan alle wettelijke bouwvoorschriften voldoet. Bouwers worden meer aansprakelijk voor de kwaliteit van hun bouwwerken. Consumenten krijgen een betere bescherming als na oplevering van een bouwwerk gebreken worden ontdekt.
Dat komt door het aanscherpen van de wettelijke aansprakelijkheid van de aannemer. Verantwoordelijk minister Kajsa Ollongren (BZK) is tevreden: “Het is een belangrijk moment omdat na jaren debat er nu brede parlementaire steun is voor een nieuw stelsel. Daarmee krijgen consumenten het bouwwerk waar ze recht op hebben en kunnen veiligheidsincidenten beter worden voorkomen.”
Het nieuwe stelsel treedt stapsgewijs in werking en geldt vanaf 1 januari 2021 eerst voor bouwwerken in de laagste risicoklasse. Dit zijn bijvoorbeeld eengezinswoningen en eenvoudige bedrijfspanden. Dat geeft alle betrokken partijen de kans ervaring op te doen met de nieuwe werkwijze van toezicht in de bouw.
Meer waarborgen voor de veiligheid
De toenemende complexiteit in de bouw maakt meer en beter toezicht noodzakelijk. Naast kwaliteit biedt de nieuwe werkwijze meer waarborgen voor de veiligheid. In plaats van de huidige, vaak papieren toets worden bouwers verplicht een onafhankelijke en gecertificeerde kwaliteitscontroleur in te schakelen. Ook wordt bij oplevering getoetst of het bouwwerk voldoet aan eisen van brandveiligheid, goede ventilatie en een laag energieverbruik. Voor de consument, en voor de particuliere en professionele opdrachtgevers is van groot belang dat alles is uitgevoerd volgens de wettelijke bouwvoorschriften en gemaakte afspraken. Een publieke toelatingsorganisatie houdt toezicht op de werking van het stelsel.
Bestuursakkoord
Begin 2019 sloot minister Ollongren een bestuursakkoord met de VNG, waardoor bij gemeenten en andere maatschappelijke partijen breed draagvlak ontstond voor de invoering van de nieuwe wet. Met dit akkoord zijn partijen het eens over de noodzaak van een nieuw stelsel van bouwtoezicht dat de bouwkwaliteit verhoogt, het aantal incidenten vermindert en de positie van de consument beschermt. Ook is overeenstemming over de voorwaarden waaronder de gemeenten in het nieuwe stelsel hun taken kunnen vervullen. Die kunnen blijven handhaven wanneer een aannemer zich niet aan de bouwvoorschriften houdt.
Het voorstel van het kabinet werd 21 februari 2017 in de Tweede Kamer met ruime meerderheid (110 stemmen) aangenomen. Het wetsvoorstel stuitte medio 2017 bij de behandeling in de Eerste Kamer op uitvoeringstechnische bezwaren. De senatoren wilden onder andere meer duidelijkheid over de informatiepositie van het gemeenten ten opzichte van de nieuwe kwaliteitscontroleurs. In afwachting van nadere afspraken met de VNG werd de behandeling van het wetsvoorstel toen aangehouden.