Rotterdam - Als de politie geweld gebruikt ziet dat er meestal heftig uit. Voor de beelden die Zembla gisteren liet zien waarbij de politie een surveillancehond inzet, geldt dat ook.
De surveillancehond is na het vuurwapen het zwaarste geweldsmiddel dat de politie kan inzetten en dat doet de politie in beginsel alleen als daar aanleiding voor is, zoals een aanhouding met verhoogd risico of wanneer de openbare orde ernstig in het geding is.
Korpschef Henk van Essen: ‘De Nationale ombudsman heeft eerder terecht aandacht gevraagd voor de inzet van surveillancehonden. Een breed samengestelde adviescommissie heeft zich over de opvolging van de aanbevelingen van de ombudsman gebogen en daarover een advies uitgebracht. Dat advies krijgt een formele plaats in de nieuwe Ambtsinstructie, waaraan al geruime tijd wordt gewerkt en die naar verwachting volgend jaar van kracht zal worden. De inzet van de diensthond wordt daarmee aan duidelijke regels gebonden. Intern wordt al in de lijn van de nieuwe regelgeving gewerkt.'
Ambtsinstructie
De uitzending van Zembla en de opmerkingen van Jaap Timmer in die uitzending, zijn aanleiding voor mij om daar nogmaals aandacht voor te vragen. Samen met portefeuillehouder politiegeweld Frank Paauw, wil ik onderzoeken of inzetkader en ambtsinstructie volstaan en of de certificering van honden voldoet aan de gewenste werking in de praktijk. Als de politie geweld toepast, wordt dat achteraf altijd getoetst op proportionaliteit en subsidiariteit. In verreweg het merendeel van de gevallen is de geweldstoepassing van de politie rechtmatig. Als dat niet zo is, dan wordt daar op gecorrigeerd en lering uit getrokken.’
Casuïstiek
Fred Westerbeke, politiechef eenheid Rotterdam: ‘De uitzending van Zembla en de daarin getoonde beelden van onze geweldstoepassing hebben ook mij geraakt. Geweldstoepassing in welke vorm dan ook ziet er heftig en over het algemeen lelijk uit. En heeft effect op iedereen die daarbij betrokken is. Uitgangspunt is om met zo weinig mogelijk geweld ons doel te bereiken. Dat geldt voor iedere politieagent en dus ook voor de inzet van hondengeleiders in de getoonde casuïstiek. Vastgesteld is dat in twee van de drie behandelde zaken er een onafhankelijk oordeel van het Openbaar Ministerie is, die het gebruikte geweld als rechtmatig bestempelde. Het incident in het tankstation met de Poolse man is vervolgens getoetst door het Gerechtshof, waarin zij tot eenzelfde oordeel kwam. In de derde zaak (Hilledijk van mei van dit jaar) is mijn oordeel dat het geweld buitenproportioneel was. Die conclusie heeft het OM ook getrokken. Intern loopt daar momenteel een onderzoek op. Met de aangever zijn we in gesprek.
Bij geweldstoepassing heb je altijd te maken met situaties waarover je incidenteel achteraf kun zeggen, dat had anders gekund. Maar dat zegt niets over de professionele inzet van mijn mensen. Van belang is dat we leren van casuïstiek en zeker van de drie getoonde incidenten en leerpunten daarvan verwerken in toekomstig optreden.’
Bijtincidenten
Korpschef van Essen hecht eraan te benadrukken dat, ondanks deze heftige beelden, de diensthond voor de politie een noodzakelijk en verantwoord geweldsmiddel is. ‘Diensthonden worden jaarlijks duizenden keren ingezet. Het afgelopen jaar was sprake van 360 bijtincidenten. De inzet van de honden zorgt ervoor dat veel gevaarlijke situaties worden voorkomen of beëindigd. Dat komt zowel de veiligheid van collega’s, die veiliger hun werk kunnen doen, als de burger ten goede, bijvoorbeeld omdat het gebruik van het zwaarste geweldsmiddel wordt voorkomen.’