Nederland - Het percentage politiemedewerkers dat volgens de definitie van het CBS een migratieachtergrond heeft, is in 2019 stabiel gebleven op ongeveer 13%. Dit blijkt uit cijfers die vandaag zijn gepubliceerd.
De politie heeft de ambitie om meer divers te worden, ook als het gaat om culturele diversiteit.Onder de collega’s die vorig jaar bij de politie kwamen werken, waren er relatief meer met een meetbare migratieachtergrond dan onder de collega’s die vertrokken.
Maar vergeleken met voorgaande jaren is het percentage nieuwe collega’s met een meetbare migratieachtergrond gedaald. Vorig jaar had 16 procent van de nieuwe politiemedewerkers een migratieachtergrond volgens de CBS-methodiek (ongeveer 500 van de nieuwe medewerkers), in 2017 en 2018 was dit 21 procent.
Uitstroom
Gemiddeld is de uitstroom bij medewerkers van de politie onder de dertig jaar 4 procent. Bij medewerkers onder de dertig jaar met een migratieachtergrond is dit ruim 7 procent. Van de medewerkers onder de dertig vertrokken er in 2019 ongeveer 270 van wie ongeveer 70 een migratieachtergrond hebben.
Dit betekent dat tijdens de opleiding relatief veel aankomende agenten met een migratieachtergrond uitstromen. Sinds mei 2020 houdt de Politieacademie exit-interviews met hen om te achterhalen waarom zij vertrekken.
Meetmethode
Volgens de meetmethode van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft iemand een migratieachtergrond als hij of zij zelf is geboren in een ander land of als minstens een van de ouders daar is geboren. De methode geeft daarom een beperkt beeld: de derde en navolgende generaties blijven buiten beschouwing. Toch vindt de politie het belangrijk om deel te nemen aan deze Barometer culturele diversiteit van het CBS omdat dit de enige manier is om binnen de privacywetgeving een beeld te krijgen van de ontwikkeling van de meetbare migratie-achtergrond in het korps.
Veranderen gaat langzaam
Bij de politie werken meer dan 65.000 mensen. In absolute aantallen vertrekken de komende jaren veel medewerkers, onder meer door de vergrijzing. Maar vergeleken met andere organisaties gaan bij de politie in het algemeen relatief weinig medewerkers weg. De samenstelling van het totale personeelsbestand kan daardoor ook maar langzaam veranderen. Gemiddeld kwamen er de afgelopen jaar zo’n 4 % nieuwe politiemedewerkers bij en stroomde ook 4% uit. De overige 96 procent van het personeelsbestand houdt dus dezelfde samenstelling.
In sectoren waarin het verloop groter is, zijn er meer kansen om bijvoorbeeld meer vrouwen of mensen met een migratieachtergrond in dienst te nemen. In het bedrijfsleven ligt de uitstroom veelal rond de 10% of hoger en ook in de publieke sector is de uitstroom over het algemeen hoger dan bij de politie.
Politie voor iedereen
De politie wil een politie voor iedereen zijn. Alle burgers moeten zich kunnen herkennen in hun politie en zich vrij voelen de politie te benaderen. Politiemensen moeten met iedereen contact kunnen leggen. Er zijn mensen nodig met verschillende culturele achtergronden of met kennis van culturele achtergronden, zoals je kunnen inleven in andere leefstijlen en culturen, meerdere talen beheersen of over een netwerk beschikken binnen een bepaalde gemeenschap.
Stappen
Om de diversiteit verder te vergroten zet de politie de volgende stappen:
- Maatwerk in selectie en werving voor basisteams. Daarbij wordt gebruik gemaakt van netwerken van collega’s in die basisteams en wordt gekeken welke competentie nieuwe collega’s moeten meebrengen om de teams optimaal te versterken.
- Extra inzet op sociaal veilige en inclusieve teams. Hier worden resultaatafspraken gemaakt en er komen periodieke check-ups.
- Beter zicht krijgen op redenen van vertrek van medewerkers onder andere door te werken aan een systeem om de uitkomsten van exitgesprekken landelijk te kunnen verzamelen en verwerken.
- Onderzoek naar hoe de reputatie van de politie onder specifieke groepen kan worden verbeterd.