Den Haag - Burgemeesters, wethouders, raadsleden en gemeenteambtenaren worden in hun werk geconfronteerd met pogingen tot criminele beïnvloeding.
De komende periode organiseren de ministeries van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties expertsessies met burgemeesters, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Commissarissen van de Koning, wetenschappers en beroepsverenigingen in het lokale bestuur om de problematiek beter in kaart te brengen en de weerbaarheid tegen deze vorm van ondermijnende criminaliteit te vergroten.
Dat schrijven minister Blok van Veiligheid en Justitie en minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan de Tweede Kamer. De expertsessies zijn een vervolg op een eerste fenomeenonderzoek ‘Criminele beïnvloeding van het lokale openbaar bestuur’ dat door bureau Pro Facto is uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Deze enquête onder bijna 4.000 burgemeesters, wethouders, raadsleden en ambtenaren levert een eerste indicatie op van de aard en omvang van de problemen met bedreiging, omkoping en infiltratie in het lokale bestuur. Het is volgens beide ministers belangrijk deze resultaten nader te duiden.
De onderzoekers concluderen dat er geen sprake is van grootschalige beïnvloeding en dat niet kan worden vastgesteld wat de impact is op de nationale veiligheid. Uit het onderzoek blijkt dat criminelen zowel in grote als in kleine gemeenten proberen om bestuurders, raadsleden en ambtenaren te beïnvloeden. In die zin is er sprake van een landelijk probleem en beperkt het zich niet tot enkele provincies. Het probleem van pogingen tot criminele beïnvloeding wordt wel gevoeld.
Burgemeesters, vooral in de grotere gemeenten, hebben het vaakst aangegeven dat zij met een crimineel oogmerk bedreigd zijn. Dat zegt bijna een kwart (24%) van de 225 ondervraagde burgemeesters. Bij de bedreigingen gaat het om (anonieme) uitingen. De genoemde bedreigingen met fysiek geweld zijn niet in praktijk gebracht voor zover de onderzoekers dat hebben kunnen vaststellen.
Van alle ondervraagden heeft 1% te maken gehad met bedreiging met een crimineel oogmerk, waarbij dat invloed heeft gehad op de besluitvorming(sprocessen). Omkoping wordt veel minder tot niet genoemd. Voorbeelden en vermoedens van infiltratie door een functionaris met een crimineel oogmerk, wordt in 8% van de gemeenten gezien. De ondervraagden geven verder aan dat bestaande maatregelen om het lokaal bestuur weerbaar te maken tegen criminele ondermijning, intensiever kunnen worden ingezet.
Minister Plasterk schreef deze zomer aan de Tweede Kamer dat in overleg met de beroeps- en belangenverenigingen van politieke ambtsdragers de aanpak van intimidatie, geweld en integriteitsvraagstukken wordt voortgezet in het netwerk Weerbaar Bestuur. Daaruit bleek dat er niet zozeer geïnvesteerd moet worden in het genereren van meer instrumenten, maar in het gezamenlijk zo effectief mogelijk inzetten en doorontwikkelen hiervan. De expertsessies passen binnen deze aanpak.