Den Haag - De ministerraad heeft er op voorstel van minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat mee ingestemd om de verklaring omtrent gedrag te verplichten voor rij-instructeurs.
Op het moment dat men rij-instructeur wil worden of de lesbevoegdheid wil verlengen moet men een verklaring omtrent gedrag kunnen overleggen. Hiermee wil de minister misstanden als fraude, mishandeling en oplichting aanpakken.
Leerlingen zijn vaak jong. De lessen vinden bovendien vaak plaats in een een-op-een situatie met een ongelijkwaardige relatie. Dat maakt kwetsbaar en daarom is het des te belangrijker dat het contact tussen de leerling en de instructeur integer is. De maatregel tot een wettelijke verplichting tot een verklaring omtrent gedrag helpt om de kandidaat te beschermen en een veilige werkplek voor examinatoren te creëren.
De maatregel volgt op een aantal signalen van wangedrag door rij-instructeurs en is met steun van de branche en andere betrokkenen tot stand gekomen. Op dit moment onderzoeken het CBR en exameninstituut IBKI in samenspraak met de branche of er ook nog andere maatregelen kunnen worden ingezet.
Instructeurs moeten nu al een geldige bevoegdheidspas (WRM) kunnen laten zien aan het CBR als zij mee willen rijden met een examen. Ook voert het CBR samen met de rijscholen tot april 2018 een social media campagne waarin ze jongeren en hun ouders tips geven om goed het rijbewijs te halen, zoals het kiezen van een goede rijschool.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.