DEN HAAG - Minister Ank Bijleveld heeft de ongeveer 250 Nederlandse mannen en vrouwen in Mali bezocht. Het was haar eerste bezoek aan VN-missie Minusma die voor stabiliteit en een politieke oplossing moet zorgen.
Ze werd vergezeld door de Commandant der Strijdkrachten (CDS) luitenant-admiraal Rob Bauer.
De missie is van belang voor de Malinezen zelf, maar zeker ook voor de Europese en Nederlandse bevolking. Stabiliteit in Mali draagt bij aan regionale stabiliteit in de Sahel en zo aan de Europese veiligheid. Het voorkomt terrorisme, criminaliteit en illegale migratiestromen. Het afglijden van Mali kan de hele regio ontwrichten. Om dat te voorkomen, vroeg het land de VN om hulp.
Bijleveld: “Mali kan vooralsnog niet zonder de VN. De VN niet zonder Minusma. En deze missie niet zonder Nederlandse hulp. Als ik deze missie met enige afstand bekijk, zie ik een multinational in oorlogsgebied. Een wereldbedrijf dat ondanks de hitte, het woestijnzand en de ingewikkelde logistiek niet alleen draait en functioneert, maar ook nog eens winst boekt. Dat is een geweldige prestatie.”
Vervolgens reikten de minister en de CDS de VN-medaille voor 90 dagen inzet uit aan een aantal militairen. Tijdens gesprekken met militairen in Bamako, Gao en Kidal hoorde de minister uit de eerste hand over hun ervaringen en het werk. Ook zag ze hoe de Nederlanders dagelijks alles in het werk stellen om de veiligheid te waarborgen. Bijleveld wil graag zelf een vinger aan de pols houden. Daarom bezocht ze ook het Togolese veldhospitaal in Kidal, een essentiële schakel in de medische keten om in Kidal te kunnen opereren.
Togolese artsen en Nederlandse militairen trainen tot grote tevredenheid samen om de procedures en samenwerking te optimaliseren. Dat geldt ook voor de munitieveiligheid. De minister en de CDS zagen hoe oude munitie wordt bekeken en ontmanteld.
In Kidal spraken de minister en de CDS ook met de Long Range Reconaissance Patrol Task Group (LRRPTG). Hun voorgangers mochten afgelopen najaar enige tijd niet buiten de poort. Dat had destijds direct een negatieve impact op de veiligheid van de burgerbevolking. Bauer: "Mali en de VN zijn erg blij dat jullie weer patrouilleren in Kidal".
Tijdens patrouilles wint de LRRPTG informatie in. Die inlichtingen helpen de commandant van Minusma bij het efficiënt en effectief inzetten van zijn troepen. Die commandant is de Belgische generaal-majoor Deconinck. Hij vertelde Bijleveld en Bauer erg tevreden te zijn over de professionaliteit en flexibiliteit van de LRRPTG.