15
Fri, Nov
0 New Articles

Algemeen

DEN HAAG - Het kabinet heeft besloten om de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag eenmalig niet te indexeren in 2026. Dit besluit volgt uit een afspraak uit het Hoofdlijnenakkoord. Het kabinet hecht belang aan houdbare overheidsfinanciën.

Met deze maatregel wordt naar verwachting jaarlijks € 254 miljoen bespaard.

De maximum uurprijs is het maximale tarief waarover werkende ouders kinderopvangtoeslag ontvangen. De huidige Wet kinderopvang geeft op dit moment geen mogelijkheid af te zien van de indexatie. Daarom is een wijziging van de Wet kinderopvang nodig. Deze wijziging maakt het mogelijk om de maximum uurprijzen in 2026 niet te indexeren.

Het kabinet vindt het niet-indexeren in 2026 passend omdat recent grote extra investeringen in de kinderopvangtoeslag zijn gedaan, waarbij toegewerkt wordt naar een eenvoudiger stelsel voor werkende ouders. Zo zijn de maximum uurprijzen in 2024 met ruim € 500 miljoen verhoogd, bovenop de reguliere indexering voor dat jaar. Hierdoor is de kinderopvang beter betaalbaar voor ouders. Daarnaast wil het kabinet nog eens € 2,9 miljard investeren in de vergoeding voor kinderopvang bij de start van het nieuwe financieringsstelsel.

Voor de meeste huishoudens zal de betaalbaarheid van kinderopvang in 2026 per saldo naar verwachting toenemen, ondanks het niet-indexeren van de maximum uurprijs. Dit komt omdat zij de komende jaren een steeds groter deel van de kosten voor kinderopvang vergoed krijgen, in aanloop naar het nieuwe financieringsstelsel. In dit stelsel gaat voor iedereen een vergoeding gelden van 96% van de maximum uurprijs. Huishoudens met een laag inkomen die nu al recht hebben op het maximale vergoedingspercentage van 96% in de kinderopvangtoeslag, zijn in 2026 netto meer kwijt voor zover kinderopvangorganisaties hun tarieven verhogen tot boven de maximum uurprijs.

Het wetsvoorstel staat vanaf 25 juli gedurende 4 weken open voor internetconsultatie. Reageren kan via internetconsultatie.nl.