DEN HAAG - Gemeenten kunnen bij overtredingen van regels rond onderverhuur van een sociale huurwoning of vakantieverhuur fors hogere boetes opleggen. Daartoe gaat de maximale bestuurlijke boete bij overtreding van lokale verhuurregels van 20.750 euro naar 83.000 euro bij herhaaldelijke overtredingen.
Gemeenten krijgen verder de wettelijke bevoegdheid om voor vakantieverhuur via verhuurplatforms een registratieplicht in te stellen. Dit kan indien noodzalekijk worden uitgebreid met een meldplicht en een vergunningplicht.
Dat schrijft minister Ollongren (BZK) vandaag aan de Tweede Kamer. De internetconsultatie van het wetsvoorstel dat de wijzigingen regelt, gaat vrijdag van start. De reactietermijn loopt tot en met 12 april 2019.
De minister wil met het wetsvoorstel voor gemeenten de mogelijkheden verruimen om toeristische verhuur in goede banen te leiden. Zo kan de gemeente aanbieders van vakantieverhuur verplichten om een registratienummer aan te vragen en dit nummer te vermelden bij advertenties op platforms zoals AirBnB. Dit geeft gemeenten meer zicht op de adressen waar verhuur plaatsvindt. Verder kunnen gemeenten een meldplicht en een vergunningplicht invoeren om te sturen op bijvoorbeeld het maximaal aantal verhuurdagen en op de toeristische verhuur in wijken waar de balans tussen wonen en toerisme is verstoord.
Rijk, gemeenten en verhuurplatforms streven gezamenlijk naar een uniform registratiesysteem voor vakantieverhuur. De minister wil in Europees verband bekijken wat daarnaast de mogelijkheden zijn voor rechtstreekse verplichtingen voor verhuurplatforms. Het wetsvoorstel voorziet er in dat gemeenten verhuurplatforms een last onder dwangsom kunnen opleggen als zij verhuurgegevens niet willen vrijgeven.
Minister Ollongren reageert met de voorstellen ook op moties van de Tweede Kamer om woonfraude, zoals illegale onderverhuur van sociale huurwoningen, als een economisch delict aan te merken. Schending van de lokale regels wordt daarmee een strafbaar feit waarmee winsten kunnen worden teruggevorderd. De minister stelt de Kamer voor om overtredingen juist via bestuurlijke boetes te bestraffen. Anders dan bij het strafrecht is hiermee sneller sprake van lik-op-stuk. Bovendien zorgt de verviervoudiging van de maximale boete naar 83.000 euro ervoor dat illegale onderverhuur niet meer lucratief is.