DEN HAAG - Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat geeft Gasunie de opdracht om de ‘Leiding door het Midden’ (LdM) en de leiding ‘Vondelingenplaat’ (VP) te ontwikkelen op basis van onafhankelijk warmtetransportbeheer.
De leidingen worden aangelegd voor het transport van warmte vanuit de Rotterdamse haven naar de regio Den Haag e.o., waarbij er bij Delft ook een aftakking komt naar het Westland. Gasunie neemt de ontwikkeling van LdM over van initiatiefnemer Eneco. De beslissing is de uitkomst van uitgebreid overleg tussen onder meer de provincie Zuid-Holland, Havenbedrijf Rotterdam (HbR), Gemeente Rotterdam (WbR), Gasunie, Eneco en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De opdracht aan Gasunie
De ontwikkeling van de warmetransportleidingen LdM en VP betreft een belangrijke stap in de realisatie van het regionaal warmtetransportnet in Zuid-Holland. Eneco draagt haar project LdM in zijn geheel aan Gasunie over en wordt gebruiker van een deel van de transportcapaciteit. De warmtetransportleiding wordt een gereguleerd transportnet waarop verschillende aanbieders van bronnen en vragers van warmte op basis van transparante voorwaarden kunnen aansluiten, met Gasunie als de voorziene onafhankelijk warmtetransportbeheerder. Hierdoor kunnen naar verwachting meerdere duurzame warmtebronnen tot ontwikkeling worden gebracht. De precieze uitgangspunten voor het warmtetransportbeheer zullen in de Warmtewet 2.0 worden vastgelegd. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat deze wet vanaf 2022 in werking treedt.
Besparing van 2-3 Mton CO2 per jaar
Het Klimaatakkoord dat in juni 2019 gesloten werd, heeft als doel de CO2-reductie in 2030 met 49% terug te brengen ten opzichte van 1990. Een belangrijk onderdeel van het akkoord betreft de verduurzaming van de warmtevoorziening. In Zuid-Holland kan met de aanleg van een regionaal warmtetransportnet een belangrijke bijdrage worden gerealiseerd in de verduurzamingsopgave in de regio. Dat levert in potentie, bij een volledige uitrol van het net 2-3 Mton/jaar C02 besparing op. Het aanwijzen van Gasunie als publieke warmtetransportbeheerder en de mogelijkheid om diverse duurzame bronnen aan te sluiten draagt bij aan het creëren van een robuust warmtesysteem, waarbij schaalgrootte bijdraagt aan de leveringszekerheid en betaalbaarheid van het systeem. Voor de ontwikkeling van dit transportnet heeft het Rijk tot en met 2030 in totaal 90 miljoen euro gereserveerd.
Regionaal warmetransportnet
De transportleidingen LdM en VP zijn onderdeel van een groter regionaal warmtetransportnet. Dat net bestaat uit aan elkaar gekoppelde transportleidingen die o.a. gemeenten als Rotterdam, Den Haag, Delft en Leiden van warmte kunnen voorzien. Met de aanleg kan restwarmte uit het Rotterdams havencomplex nuttig worden aangewend voor de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving, glastuinbouw en industrie. De verwachting is dat er, ook met het verduurzamen van productieprocessen, op langere termijn voldoende restwarmte vrijkomt in de Rotterdamse haven om te voldoen aan de vraag. Tegelijkertijd zullen steeds meer lokale duurzame bronnen beschikbaar komen en toegevoegd worden aan het warmtesysteem in de regio.