15
Fri, Nov
0 New Articles

Algemeen

Den Haag - Partijen moeten vóórdat zij een civiele procedure starten alle relevante informatie over hun geschil verzamelen. Daardoor kunnen zij direct bij aanvang van de procedure hun bewijsmateriaal voorleggen aan de rechter, die dan sneller een beslissing kan nemen.

Dit blijkt uit een advies van de expertgroep modernisering bewijsrecht dat vandaag aan minister Blok (Veiligheid en Justitie) is aangeboden. Het bewijsrecht in civiele procedures regelt hoe, wanneer en in welke mate partijen informatie mogen of moeten aanleveren om hun stellingen in een procedure te onderbouwen.
 
De expertgroep, bestaande uit mr. A. Hammerstein, prof. mr. W.D.H. Asser en prof. mr. R.H. de Bock, is in 2014 op verzoek van de toenmalige minister van Veiligheid en Justitie begonnen aan een onderzoek naar de noodzaak en wenselijkheid van een herziening van het bewijsrecht. In de rechtspraktijk bestaat al enige jaren de wens het bewijsrecht in civiele procedures te moderniseren. Bovendien ontstond er naar aanleiding van vragen uit de Tweede Kamer over het wetsvoorstel tot verbetering van het inzagerecht behoefte aan nader onderzoek en advies.
 
In hun advies geven de experts ook aan dat partijen beter in staat zijn hun geschil onderling op te lossen als zij over alle relevante informatie beschikken. Hierdoor is een rechterlijke procedure niet altijd meer nodig. Mocht dat toch gebeuren dan weten ze sneller wat de rechter van hun zaak vindt.
 
Minister Blok vindt de tijdige en volledige aanlevering van het bewijsmateriaal door partijen een belangrijke verbetering van het bewijsrecht en daarmee van het civiele procesrecht. ‘Op deze manier kunnen procedures sneller verlopen, wat veel tijd en geld bespaart’, aldus de minister. ‘Ook voor bedrijven die als eiser of verweerder in Nederland procederen, is een goede juridische infrastructuur gunstig voor het vestigingsklimaat.’ Hij is blij met het waardevolle advies. Het is een nieuwe stap in de modernisering van het bewijsrecht in civiele procedures. De minister gaat er dan ook van uit dat een volgend kabinet met de aanbevelingen goed uit de voeten kan.