DEN HAAG – Het Curaçaohuis heeft op 2 juli de Dag van de Vlag van Curaçao gevierd. Gevolmachtigde Minister Anthony Begina verwelkomde de genodigden bij het Curaçaohuis om voor de 35ste keer de Vlag van Curaçao te eren.
Het eerste gedeelte van de viering stond in het teken van een officiële plechtigheid. Een groep van oud-militairen van Curaçao waren belast met de vlaggenceremonie. De vlag van Curaçao werd gehesen, gevolgd door het volkslied gezongen door Lou Prince. Aansluitend volgde de toespraak van Gevolmachtigde Minister Anthony Begina.
In zijn toespraak besteedde de heer Begina aandacht aan Ronnie Martina die jarenlang werkzaam was bij het Curaçaohuis. Hij roemde Ronnie Martina voor zijn hechte vriendschap met het personeel van het Curaçaohuis. “We missen onze vriend en vaste gast tijdens deze viering van de Dag van de Vlag. In gedachten is hij hier bij ons en wij bij hem.”
Jongeren Tijdens de viering van de ‘Dia di Bandera’ bij het Curaçaohuis dit jaar, is er speciaal aandacht besteed aan de jongeren. De heer Begina gaf aan dat het belangrijk is om onze idealen, tradities en waarden over te brengen aan de jongeren. “Ik wil dat deze jongeren deze dag ook actief beleven en ervaren dat dit meer is dan een nostalgisch ritueel.” Drie jongeren - Thaisja Suart, Noëlgel Pinedo en Nadège Heyligar - kregen de kans om het publiek toe te spreken over een onderwerp dat hen na aan het hart ligt.
Erkenning ook vijf Curaçaoënaars zijn tijdens de viering van de Dag van de Vlag in het zonnetje gezet. Het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Curaçao gaf hen een erkenning voor hun inzet en doorzettingsvermogen ten aanzien van hun werk en studie. De erkende personen waren: Karl Parisius, Ashna Coster, Robertico Martis en Marco van der Woude.
Het officiële gedeelte werd afgesloten met een mooie dans van Ambassadeur van het Curaçaohuis Willy Djaoen en zijn danspartner Milka Martijn. De genodigden genoten verder van de viering onder de muzikale begeleiding van de band Extazz.