DEN HAAG - Minister Van Engelshoven (cultuur) heeft de Raad voor Cultuur gevraagd een onafhankelijke commissie in te stellen die zich gaat buigen over de bescherming van waardevol cultureel erfgoed in particulier Nederlands bezit.
De commissie gaat onderzoeken in hoeverre de huidige wetgeving voldoet en of de aanwijzingscriteria voor de lijst met beschermd erfgoed nog adequaat zijn. De commissie wordt voorgezeten door de heer Alexander Pechtold.
Sinds 1 juli 2016 is de Erfgoedwet van kracht. Deze wet heeft onder andere als doel te voorkomen dat voorwerpen en verzamelingen in particulier bezit, die van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid zijn, verloren gaan voor het Nederlandse cultuurbezit. Als een voorwerp onvervangbaar en onmisbaar wordt geacht, kan het voorwerp geplaatst worden in het register beschermde cultuurgoederen.
In het kader van de evaluatie van de Erfgoedwet wordt deze commissie ingesteld. Minister Van Engelshoven verwacht van de commissie een advies over de vraag of het huidige wettelijk kader nog adequaat is om belangwekkend roerend erfgoed in particulier bezit voor Nederland te behouden en eventueel voorstellen te doen tot aanpassing.
Aan de commissie is tevens verzocht om het register met beschermd erfgoed te ijken aan de hand van voornoemde of nieuw te formuleren aanwijzingscriteria. Daarnaast gaat de commissie onderzoeken of de criteria voor het verlenen of weigeren van een exportvergunning moeten worden aangepast. Daarbij wordt ook gevraagd om een internationale vergelijking.
Naast Alexander Pechtold nemen mevrouw Fusien de Bijl de Vroe, mevrouw mr. drs. Sabine Gimbrère, de heer prof. mr. Tom Barkhuysen en de heer dr. Lennart Booij deel aan de commissie. In het najaar van 2019 zal de commissie haar advies uitbrengen.