DEN HAAG - De Raad voor Cultuur heeft vandaag zijn advies over de subsidieaanvragen die zijn ingediend voor de culturele basisinfrastructuur (bis) 2025-2028 overhandigd aan directeur-generaal Cultuur en Media Barbera Wolfensberger.
Zij neemt het advies in ontvangst namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Eppo Bruins. Hij dankt de raad voor het advies en gaat dit bestuderen. Met Prinsjesdag, op 17 september, worden de definitieve subsidiebesluiten voor de bis 2025-2028 bekend gemaakt en worden de instellingen en de Tweede Kamer geïnformeerd.
Ook het Fonds Podiumkunsten, Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Mondriaan Fonds, Nederlands Filmfonds, Nederlands Letterenfonds en Fonds voor Cultuurparticipatie maken vandaag hun toekenningen voor de meerjarige subsidies bekend. Hiermee kan de cultuursector zich voorbereiden op de nieuwe cultuurperiode, die start op 1 januari 2025.
Minister Bruins: ‘Cultuur is van cruciaal belang voor onze samenleving. Cultuur verbindt, inspireert en verrijkt ons dagelijks leven, en draagt bij aan een veerkrachtige en veelzijdige gemeenschap. Blijven investeren in die cultuur is noodzakelijk, zodat toekomstige generaties kunnen blijven genieten van onze rijke artistieke en culturele historie en tradities.’
Culturele basisinfrastructuur (bis)
De komende cultuurperiode 2025-2028 zullen totaal ruim 400 culturele en creatieve instellingen subsidie van de rijksoverheid ontvangen, naast hun andere, veelal eigen, inkomsten. Dit gebeurt direct vanuit OCW via de culturele basisinfrastructuur (bis) en via de zes Rijkscultuurfondsen, die zowel tijdelijke als meerjarige subsidies verstrekken. Op deze manier draagt het Rijk bij aan een hoogwaardig, divers en toegankelijk cultureel aanbod in alle delen van het Koninkrijk.
Cultuur en creativiteit in Nederland
Jaarlijks bezoeken miljoenen mensen in Nederland en het Caribisch deel van ons Koninkrijk concerten, festivals, dansvoorstellingen, films, musea en het theater. Ook boeken, design, poëzie, beeldende kunst en vele andere vormen van cultuur bereiken grote aantallen liefhebbers. Veel mensen zijn daarnaast ook zelf cultureel actief door bijvoorbeeld te musiceren, te zingen of als vrijwilliger binnen verenigingen en instellingen. Cultuur verbindt mensen, inspireert en helpt ons onze horizon te verbreden.
Verder is de totale culturele en creatieve sector een belangrijke economische factor voor Nederland, met een aandeel in het BBP van 3,4% en een bijdrage aan de werkgelegenheid van 4,3%. Cultuur en creativiteit stimuleren ontwikkeling en innovatie, en dragen bovendien bij aan welzijn en mentale gezondheid. Cultuur versterkt ons als individuen én onze maatschappij als geheel. Een deel van de sector ontvangt subsidie van het Rijk om zo vernieuwing, talentontwikkeling, belangrijke genres met een kleiner publiek, aanbod voor kinderen en jongeren en kostbaar aanbod breed mogelijk te maken en toegankelijk te houden voor zoveel mogelijk mensen. Zo blijft cultuur van en voor iedereen.