DEN HAAG - Met een actieprogramma wil de Taskforce geweld en mishandeling van hulpverleners terugdringen en Nederlanders ervan doordringen dat agressief gedrag richting hulpverleners nooit wordt getolereerd.
De politie, de gemeenten als werkgever van de boa’s, de brandweer, het ministerie Justitie en Veiligheid, het OM en de wetenschap werken hieraan samen.
Minister Grapperhaus:
“Agressie en geweld tegen hulpverleners komt te vaak voor in onze samenleving. Het afgelopen jaar is agressie en geweld tegen politiemensen en tegen andere mensen met een publieke taak met zo’n vijftien procent toegenomen. Niet alleen worden hulpverleners in hun werk bedreigd, agressieplegers weten de hulpverleners ook steeds vaker in hun privéleven te raken. Dat is mij een doorn in het oog. Daarom besloot ik een Taskforce in te stellen om geweld tegen hulpverleners tegen te gaan. Het verheugt mij dat de Taskforce Onze hulpverleners veilig aan de slag is.”
Helaas is het hele jaar door geweld tegen hulpverleners een terugkerend onderwerp maar in coronatijden is het inmiddels aan de orde van de dag: Dreigen met ‘Ik wacht je op’, uitschelden en in het gezicht hoesten. Voorzitter van de Taskforce Marja van Bijsterveldt:
“Wij begrijpen wanhoop of onmacht, maar dreigen, schelden en fysiek geweld richting onze hulpverleners is onacceptabel en mogen we ook nooit normaal gaan vinden. Laten we stáán voor onze hulpverleners die zich elke dag met grote toewijding inzetten. We moeten met z'n allen de norm versterken: respect voor onze hulpverleners!”
De Taskforce Onze hulpverleners veilig gaat de komende twee jaar aan de slag met een programma met drie actielijnen
Actielijn 1: De sociale norm versterken
De maatschappij lijkt - te vaak - weg te kijken van mensen die verbaal en fysiek agressief zijn tegen publieke professionals. Dit moet anders. We willen dat onze hulpverleners hun werk veilig kunnen doen. Onder meer door nog duidelijker te communiceren wat hulpverleners doen, waarom ze dat doen en mogen doen, en wat de rechten én de plichten van burgers zijn.
De Taskforce benadrukt dat de burger zelf ook een belangrijke bijdrage kan leveren om agressie en geweld tegen te gaan, de maatschappelijke verruwing te stoppen en te handelen als dat veilig kan.
Via de jeugd in scholen, verenigingen en jongerencentra verwacht de Taskforce de bewustwording en het gedrag te verbeteren. De Taskforce wil met de Stichting TegenZinloosGeweld lagere scholen benaderen om respect voor elkaar, met wie we leven, ook voor onze hulpverleners aan te moedigen. Er wordt ook gekeken naar andere initiatieven om jongeren op een positieve manier te bereiken.
Actielijn 2 - Veilig werkgeverschap
De werkgevers hebben een verantwoordelijkheid voor een veilige werkomgeving zodat hulpverleners zich gehoord, begrepen, gesteund en geholpen voelen. Agressie en geweld horen niet bij het werk, dat moet duidelijk zijn voor alle medewerkers. Dat vraagt om een duidelijke gedeelde organisatienorm en heldere protocollen die daarop gericht zijn.
naast is training, opleiding en coaching nodig, zodat hulpverleners in dreigende situaties (nog beter) escalatie en geweld kunnen voorkomen.
We gaan de goede ervaringen van politie, boa’s en brandweer met opleidingen, training en coaching in kaart brengen en helpen zo de werkgevers om hun medewerkers beter voorbereid de straat op te laten gaan.
Ook kan de meldings- en aangiftebereidheid bij hulpverleners omhoog. Geweld moet altijd worden gemeld en dit moet zo eenvoudig mogelijk zijn. Belangrijk daarbij is ook dat de opvang en nazorg van slachtoffers en het thuisfront goed zijn geregeld. Die zorgplicht na een incident moet vanzelfsprekend zijn.
Actielijn 3 - Agressie voorkomen en vervolgen
Om geweld te voorkomen richt de Taskforce zich op omstanders en mensen in de directe omgeving van potentiële daders. We gaan op zoek naar een handelingsperspectief voor deze mensen. Hiervoor is eerst nader onderzoek nodig. Ook zal onderzocht worden welke mogelijkheden er – naast communicatie - zijn om de groep potentiële daders te verkleinen.
Slachtoffers van geweld en agressie hebben rechten waarmee ze het strafproces kunnen beïnvloeden, zoals het afleggen van een slachtofferverklaring. Ook buiten het strafrecht zijn schadeverhaal en gebiedsverboden mogelijk. Te veel hulpverleners zijn teleurgesteld over de uitkomsten van een melding of aangifte. De Taskforce gaat actief op zoek naar verbetermogelijkheden, omdat dat bijdraagt aan het herstel.
De Taskforce bestaat uit de leden:
mevrouw J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, burgemeester van Delft, tevens voorzitter van de Taskforce;
de heer F. Paauw, chef van de eenheid Amsterdam, namens de politie;
mevrouw E. Lieben, commandant brandweer Veiligheidsregio Haaglanden, namens de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV);
de heer O. Adang, lector Openbare orde en Gevaarbeheersing aan de Politieacademie;
de heer J.W. Schaper, plaatsvervangend directeur-generaal Politie en Veiligheidsregio bij het ministerie van Justitie en Veiligheid;
mevr H. Sint, programmamanager High Impact Crimes, ministerie van Justitie en Veiligheid;
mevrouw E.A. Wösten, plaatsvervangend hoofdofficier van justitie parket Rotterdam, namens het OM;
de heer P. Verhoeve, burgemeester gemeente Gouda, namens de BOA’s