Nederland - De politiebonden, minister Dilan Yesilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid en korpschef Henk van Essen hebben op 5 mei een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe politie-cao.
De minister heeft zich tot het uiterste ingespannen om, naast de reguliere loonruimte, extra middelen beschikbaar te kunnen stellen. In het onderhandelaarsakkoord is afgesproken dat de salarissen tijdens de looptijd van de cao van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2024 in totaal met circa 9,5% worden verhoogd. Daarnaast ontvangen uitvoerende politiemedewerkers een tijdelijke financiële tegemoetkoming in verband met de extra werk- en roosterdruk als gevolg van de onderbezetting van het korps. De bonden leggen het onderhandelaarsakkoord vanaf 9 mei met positief advies voor aan hun leden.
'Terwijl we aan het onderhandelen waren, veranderde de wereld om ons heen drastisch. En dan in het bijzonder op 24 februari', aldus korpschef Henk van Essen over het akkoord. 'Een oorlog in Europa die ons allemaal persoonlijk raakt. En die oorlog het heeft natuurlijk ook impact op het huishoudboekje van het kabinet. We zijn blij dat we desondanks een goed akkoord hebben bereikt. Het mooie van dit akkoord is dat we ook voor volgend jaar en zelfs voor een deel van 2024 afspraken hebben kunnen maken. Die zekerheid moeten we koesteren in de onzekere tijd waarin we nu leven. Tegelijkertijd moeten we realistisch zijn: de inflatie is behoorlijk hoog. Onze collega’s kunnen de salarisverhoging dan ook goed gebruiken.’
Financiële afspraken
Tijdens de looptijd van de cao worden de volgende salarisverhogingen doorgevoerd: per 1 januari 2022 wordt het maandsalaris van alle medewerkers met € 100 euro verhoogd. Daarna volgt per 1 juli 2022 een salarisverhoging van 2 procent, per 1 januari 2023 een salarisverhoging van 3 procent en per 1 januari 2024 een salarisverhoging van nog eens 2 procent.
Bovenop deze salarisverhogingen ontvangen politiemedewerkers in het domein uitvoering die zijn ingeschaald tot en met schaal 9 in de jaren 2022, 2023 en 2024 een tijdelijke financiële tegemoetkoming. De tegemoetkoming is bedoeld voor de verzwarende werkomstandigheden en onregelmatigheid als gevolg van de onderbezetting van het korps. De tegemoetkoming kan oplopen tot een bedrag van € 2.500 per jaar. Voor deze tijdelijke maatregel heeft het kabinet in de jaren 2022, 2023 en 2024 jaarlijks €100 miljoen beschikbaar gesteld. Dit bedrag komt bovenop de beschikbare loonruimte. De tijdelijke tegemoetkoming wordt in de maand december van de genoemde jaren uitbetaald.
Daarnaast wordt de arbeidsmarktpositie van de politie versterkt door de vergoeding voor aspiranten in het eerste jaar van de opleiding te verhogen. Voor aspiranten tot en met niveau 4 stijgt de vergoeding van € 920,32 naar € 1.100 per maand en vanaf niveau 5 geldt een verhoging van € 1.029,01 naar € 1.200 per maand.
Verder zijn op hoofdlijnen de volgende afspraken gemaakt:
Vitaliteit en duurzame inzetbaarheid
- Preventie en zorg: de vakorganisaties en de centrale ondernemingsraad worden betrokken bij de realisatie van het nieuwe stelsel voor beroepsgerelateerd letsel. Daarnaast wordt bezien of het systeem voor het doorlichten van werk gerelateerde risico’s goed functioneert.
- Maximale verblijfstermijn: er wordt een regeling voor een maximale verblijfstermijn uitgewerkt voor medewerkers in kwetsbare functies.
- LFU: medewerkers die eerder konden kiezen tussen RPU en LFU en toen hebben gekozen voor de RPU krijgen, als zij nog geen RPU hebben opgenomen, de kans deze keuze te herzien.
- Verbetering ouderschapsverlof: de besparing van € 2,5 miljoen als gevolg van wettelijke wijziging op het gebied van ouderschapsverlof blijft beschikbaar voor regelingen in het kader van arbeid en zorg.
- Vroegpensioen: als politieke besluitvorming leidt tot aanvullende mogelijkheden voor vervroegde pensionering gaan partijen daarover met elkaar in gesprek.
- Verdubbeling vitaliteitsbudget: voor ondersteunend personeel tot en met schaal 9 wordt het vitaliteitsbudget in de jaren 2023 en 2024 tijdelijk verdubbeld tot een bedrag van € 200 per jaar.
Ontwikkeling - Leren en ontwikkelen: de vakorganisaties worden betrokken bij de verdere uitwerking van de visie en strategie voor leren en ontwikkelen. Het stimuleren van de doorstroom naar een hoger functieniveau worden hierin meegenomen. Dat geldt ook voor de aantrekkelijkheid van het werken in de GGP.
Minimale verblijfstermijn: er worden minimale verblijfstermijnen gekoppeld aan primaire en werkgerichte opleidingen. - Opleidingsniveau functies: er zijn verschillende afspraken gemaakt over de opleidingsniveaus voor operationeel experts, docenten B en bepaalde bedrijfsvoeringsspecialisten in de schalen 10, 11 en 12.
- Werk- en denkniveau: een assessment wordt onderdeel van het geheel aan instrumenten om na te gaan of een medewerker geschikt is voor een bepaalde functie.
- Werving en selectie: aan de afwijzing van interne kandidaten voor vacatures worden motiveringseisen gesteld.
Anders werken en mobiliteit - Voorzieningen voor thuiswerken: in aanvulling op de thuiswerkvergoeding wordt een regeling voor thuiswerkvoorzieningen getroffen.
- Mobiliteit: er zijn verschillende maatregelen ter stimulering van het openbaar vervoer afgesproken. Verder worden eenvoudige, passende en gebruiksvriendelijke vervoersmogelijkheden verkend. De plaats van tewerkstelling wordt hierbij betrokken.
Capaciteit en inzetbaarheid - Anders roosteren: anders roosteren wordt verder gestimuleerd. De huidige rechtspositie voor compensatie bij roosterwijzigingen en afwijkingen van het rooster wordt vereenvoudigd.
- Verschuivingsvergoeding: de drempel van 8 uur komt tijdelijk te vervallen.
- Vakantieverlof: medewerkers krijgen het recht op ten minste 21 kalenderdagen vakantie over een aangesloten periode.
- Neventaken: neventaken zoals de inzet voor ME en BE worden breder toegankelijk gemaakt.
- Vrijwilligers: de afspraak dat politievrijwilligers tijdelijk kunnen worden aangesteld wordt met het oog op vereenvoudiging opnieuw bezien.
LFNP en aanstellingen - LFNP: partijen bevestigen de voorgenomen doorontwikkeling van het LFNP. In de komende periode gaat het om het domein leiding en de ontwikkeling van het nieuwe vakgebied voor specialistische ondersteuning van de politietaak.
- Kwaliteits-HOvJ: er wordt onderzoek gedaan naar de (toekomstige) taken en verantwoordelijkheden van de HOvJ.
Operationele rollen: er wordt onderzocht of operationele rollen zoals de OPCO en de OVD een duidelijke kader nodig hebben en moeten worden opgenomen in de doorontwikkeling van het LFNP - ESI-aanstellingen: om de instroom van bepaalde deskundigheid te stimuleren worden de aanstellingsmogelijkheden voor de politietaak met een specifieke inzet (ESI) verruimd met de werkterreinen milieu, zeden, jeugd, bijzondere opsporingsexpertises (maatschappij en recht) en bijzondere opsporingsmethoden en –technieken. Partijen bezien of de bestaande aanstellingsvormen passend en toereikend zijn in verband met de taakstelling van de politie.
- Loongebouw: er wordt onderzoek gedaan naar eventuele knelpunten.
Bekijk het volledige onderhandelaarsakkoord hier.
De vakbonden organiseren vanaf 9 mei ledenraadplegingen over dit onderhandelaarsakkoord. Kijk voor meer informatie over de ledenraadplegingen op de websites van:
- Politievakbond ACP
- Nederlandse Politiebond
- Politiebond ANPV
- Vakvereniging Equipe