17
Sun, Nov
0 New Articles

politie

Nederland - Het werk binnen de opsporing geeft rechercheurs veel voldoening, maar vooral over de wijze waarop het werk is georganiseerd, bestaat ergernis.

Dat blijkt uit onderzoek dat vandaag is gepubliceerd door Politie en Wetenschap. Voor het onderzoek werd met 45 rechercheurs en leidinggevenden gesproken. De korpsleiding onderschrijft de conclusies en aanbevelingen van de onderzoekers: ‘De punten zijn herkenbaar en de aanbevelingen zijn een waardevolle aanvulling op lopende verander- en verbetertrajecten binnen de opsporing. Daarmee zijn we de komende jaren op vele fronten bezig’, aldus de Amsterdamse politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg, portefeuillehouder Opsporing.

Lange adem

Uit het onderzoek blijkt dat rechercheurs stress ervaren van organisatorische factoren. Aalbersberg: ‘Het terugdringen van bureaucratie is en blijft een van onze prioriteiten, dat is een kwestie van lange adem.’ Ook de ’’interne weerbaarheid’’ verdient meer aandacht, bijvoorbeeld door per team na te gaan waar de behoeften liggen en die gericht aan te pakken. Personeelskrapte, gebrekkige middelen, onprofessioneel of oncollegiaal gedrag van collega’s zijn stressfactoren, evenals een beperkt loopbaanperspectief en tekortschietende opleidingsmogelijkheden.

Belasting

Over het algemeen waarderen districtsrechercheurs de inhoud van hun werk. Ze halen voldoening uit het ophelderen van zaken, voornamelijk zaken waarbij mensen onrecht is aangedaan. Ook de opsporingsactiviteiten, zoals een verhoor of onderzoek op de plaats delict, geven een goed gevoel. Hetzelfde geldt voor de afwisseling van werkzaamheden. Rechercheurs passen uiteenlopende copingstrategieën toe om op een positieve manier met de emotionele en mentale belasting van opsporingsonderzoeken om te gaan. Bijvoorbeeld door visualisatie of door collegiale steun te zoeken. Al met al hebben ze relatief weinig last van de belasting die voortkomt uit de operationele stressfactoren van opsporingsonderzoeken.