DEN HAAG - Met ingang van 1 oktober 2020 vindt er een aantal wijzigingen plaats in de inburgeringsregelgeving. Dit schrijft de minister van SZW in een brief aan de Tweede Kamer.
In het Besluit wijziging inburgering wordt gewijzigd dat inburgeringsplichtigen werkzaam als zelfstandig ondernemer, het examenonderdeel 'Oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt' (ONA) niet meer hoeven te doen. De vrijstelling geldt ook voor niet-inburgeringsplichtigen die aan het inburgeringsvereiste moeten voldoen om in aanmerking te komen voor sterker verblijfsrecht of naturalisatie.
In het Besluit wijziging inburgering wordt gewijzigd dat inburgeringsplichtigen werkzaam als zelfstandig ondernemer, het examenonderdeel 'Oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt' (ONA) niet meer hoeven te doen. De vrijstelling geldt ook voor niet-inburgeringsplichtigen die aan het inburgeringsvereiste moeten voldoen om in aanmerking te komen voor sterker verblijfsrecht of naturalisatie.
Om voor de ONA-vrijstelling in aanmerking te komen geldt een aantal voorwaarden:
Op het moment dat de aanvraag wordt gedaan moet de onderneming in het jaar voorafgaand ten minste 6 maanden ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel.
In dit tijdvak van 6 maanden moet aantoonbaar minimaal €2.791,44 euro (winst uit onderneming) zijn verdiend.
Ook zijn er wijzigingen in de Regeling inburgering. Studenten die succesvol een mbo-1 opleiding hebben afgerond, krijgen vrijstelling voor het examenonderdeel ONA. De tweede wijziging betreft de uitbreiding van de ontheffingsmogelijkheid op grond van aantoonbaar geleverde inspanningen voor analfabete inburgeraars. Voor analfabete inburgeringsplichtigen blijkt het urencriterium voor ontheffing op grond van aantoonbaar geleverde inspanningen regelmatig als knelpunt te worden ervaren. Dat geldt voor 2 ontheffingsgronden:
600 uur cursus en vier keer het afleggen van de niet behaalde onderdelen van het examen
600 uur en een toets waaruit blijkt dat de inburgeringsplichtige niet het leervermogen heeft om het inburgeringsexamen te halen.
Bij de eerste ontheffingsgrond is het in de huidige regeling niet toegestaan alfabetiseringsuren mee te tellen. Analfabeten die in aanmerking willen komen voor de ontheffing, moeten na hun alfabetiseringsuren nog 600 uur inburgeringsonderwijs volgen. Zij kunnen in de knel komen omdat circa 700 uur cursus uit de lening gefinancierd kan worden. Door deze wijziging kunnen inburgeringsplichtigen die minimaal 600 uur een combinatie van alfabetiserings-en inburgeringslessen (waarvan min. 200 uur inburgeringslessen) hebben gevolgd in aanmerking komen voor een ontheffing.
Voor de tweede ontheffingsgrond moeten Analfabeten de leerbaarheidstoets afleggen. In de huidige regeling kan dit alleen worden aangevraagd als tenminste 600 uur alfabetiseringscursus en daarna inburgeringscursus is gevolgd. In de praktijk blijkt dat de inburgeringsplichtige soms met een inburgeringscursus start en later blijkt dat eerst alfabetiseren noodzakelijk was. Volgtijdelijkheid kan een probleem vormen voor het meetellen van uren. Daarom wordt de eis van volgtijdelijkheid geschrapt.