DEN HAAG - In Nieuwerbrug (gemeente Bodegraven-Reeuwijk, provincie Zuid Holland) is bij eenden op een kleinschalige houderij vogelgriep (H5) vastgesteld. Het gaat waarschijnlijk om een hoogpathogene variant van de vogelgriep.
Om verspreiding van het virus te voorkomen worden de circa 220 eenden en kippen geruimd. De ruimingen worden uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Minister Staghouwer: “Helaas weer een melding van een uitbraak van vogelgriep. Hoe groot of klein een uitbraak ook is, achter elke melding gaan houders, hun gezinnen, en dieren schuil. Voor hen is dit zeer ingrijpend en ik leef met hen mee. Het streven is om uitbraken zoveel als mogelijk te voorkomen en verspreiding tegen te gaan. Daar blijven we ons de komende periode voor inzetten.”
In het gebied van 3 kilometer rond de besmette locatie liggen geen pluimveebedrijven. In de 10 kilometer zone van deze locatie liggen 6 andere pluimveebedrijven. Voor deze zone geldt per direct het vervoersverbod.
Vervoersverbod
Een vervoersverbod heeft betrekking op alle vogels en broed- en consumptie-eieren vanaf een locatie met vogels. Ook geldt het verbod voor mest van vogels en gebruikt strooisel, en voor andere dieren en dierlijke producten afkomstig van bedrijven met gevogelte. Daarnaast gelden aanvullende regels voor de jacht, zo is het in dit gebied onder andere verboden te jagen op eenden of te jagen in gebieden waar dat watervogels kan verstoren. Zie ook de regeling voor meer informatie.
Landelijke maatregelen
Er gelden nog altijd landelijke maatregelen zoals een verbod op het bezoeken van vogelverblijfplaatsen van risicovogels, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Onder risicovogels vallen gehouden hoenderachtigen (zoals kippen), watervogels en loopvogels. Zie ook de toelichting van de regeling voor meer informatie.
De landelijke ophok- en afschermplicht is nog onverminderd van kracht. De ophokplicht geldt voor commercieel gehouden vogels, deze worden naar binnen gebracht (behalve fazanten en loopvogels). Voor niet-commercieel gehouden risicovogels (hoenderachtigen/kippen, watervogels en loopvogels), bijvoorbeeld in dierentuinen, kinderboerderijen en van eigenaren van vogels en kippen, en voor commercieel gehouden fazanten, loopvogels en sierwatervogels, geldt een afschermplicht. Hierbij moet zoveel mogelijk worden voorkomen dat de vogels in contact komen met zieke wilde vogels of hun uitwerpselen. Dit kan bijvoorbeeld door de dieren in een volière te houden. Op de website van de NVWA is meer informatie te vinden over hoe dit het beste kan. Ook is er een verbod ingesteld op het tentoonstellen van pluimvee, watervogels en loopvogels.
Voor houders van leghennen, vermeerderingsdieren, vleeskuikens en eenden geldt nog steeds een aangescherpte meldplicht. Hierbij moeten pluimveehouders eerder melding maken bij de NVWA van uitval van hun pluimvee, waardoor besmettingen met vogelgriep eerder aan het licht kunnen komen en de kans op verspreiding kleiner wordt.
Traceringsonderzoek
In het kader van de besmetting in Nieuwerbrug wordt, zoals gebruikelijk, een traceringsonderzoek gedaan naar risicovolle contacten. De NVWA kijkt in deze onderzoeken of er ‘riskant contact’ heeft plaatsgevonden tussen de besmette locatie en andere locaties. Een risicovol contact is bijvoorbeeld wanneer een bezoeker op een besmette locatie is geweest, en daarna een ander bedrijf heeft bezocht. Indien nodig worden naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek aanvullende maatregelen genomen. Deze eventuele aanvullende maatregelen worden via een update in dit persbericht, en via de online kanalen van het ministerie van LNV, gemeld.