Den Haag - Rechters in ontuchtzaken maken onvoldoende duidelijk hoe ze tot hun straffen komen. De rechter noemt allerlei factoren in zijn strafmotivering, maar vermeldt er vaak niet bij hóe deze factoren leiden tot de op te leggen straf.
‘Als de rechter bijvoorbeeld ingaat op de jonge leeftijd van het slachtoffer, betekent dit dan voor de dader een langere straf? Dit wordt vaak niet duidelijk’, aldus Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer. Naast meer helderheid in de strafmotivering is ook meer uniformiteit in de strafoplegging nodig. Voor zowel daders als voor slachtoffers moet het begrijpelijk zijn waarom een straf wordt opgelegd. In haar onderzoek ‘Ontucht voor de rechter’ pleit Dettmeijer daarom voor een landelijk kader voor straftoemeting in ontuchtzaken.
De rechter veroordeelt jaarlijks ruim driehonderd daders voor het plegen van hands-on ontucht met een kind. Het gaat hierbij om zedendelicten waarbij sprake is van fysiek contact tussen dader en slachtoffer zonder dat daarbij geweld of dwang wordt uitgeoefend. Op het plegen van ontucht met een kind staan maximum gevangenisstraffen van zes tot twaalf jaar. Uit het vandaag gepubliceerde onderzoek van Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer blijkt dat deze strafmaxima in de praktijk bij lange na niet worden opgelegd. Zo krijgt bijna de helft (43%) van de volwassen daders geen gevangenisstraf, maar een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf of een taakstraf. Eén op de vijf volwassen daders krijgt een gevangenisstraf die een jaar of langer duurt.
Landelijk kader nodig
Er is geen patroon te ontdekken in de factoren die de rechter noemt in zijn strafmotivering. Ook is vaak onduidelijk hoe zwaar deze factoren wegen, en of bepaalde factoren voor een lichtere of juist zwaardere straf zorgen. Dettmeijer: ‘Waar de rechter in de ene zaak oordeelt dat de lange duur van het misbruik tot een hogere straf leidt, besteedt de rechter in andere zaken hier in het geheel geen aandacht aan.’ Dit biedt weinig houvast voor de dader, voor het slachtoffer en de maatschappij. Het is van belang dat de straffen transparant en begrijpelijk zijn, en daardoor beter voorspelbaar. ‘Daarom moet er een landelijk kader komen voor de straftoemeting in ontuchtzaken.’
Wanneer krijgt een ontuchtpleger een langere gevangenisstraf?
Het onderzoek laat ook zien dat vier factoren statistisch gezien van grote invloed zijn op de duur van de gevangenisstraf. De rechter legt een langere straf op als het OM een langere straf eist, als er minimaal één slachtoffer jonger dan twaalf jaar misbruikt is, als minimaal één van de slachtoffers een jongen is, en als er tijdens het misbruik sprake is van binnendringen met een geslachtsdeel.
Eerdere veroordeling speelt geen rol
Opmerkelijk is dat enkele factoren tegen de verwachting in géén rol spelen bij de hoogte van de straf. ‘Als de dader al eerder werd veroordeeld voor een zedendelict dan zou je verwachten dat dit een langere gevangenisstraf oplevert. Dit is nu niet het geval’, aldus de rapporteur. Ook andere factoren blijken niet van invloed te zijn op de strafhoogte. De wetgever heeft bepaald dat sommige omstandigheden extra zwaar bestraft kunnen worden, bijvoorbeeld als iemand een kind misbruikt dat aan zijn zorg is toevertrouwd. Denk aan een ouder of een leraar. ‘Toch zien we dat deze daders gemiddeld niet zwaarder worden gestraft.’
Over het onderzoek
Voor dit onderzoek is een steekproef genomen uit alle vonnissen uit 2012 en 2013 waarin een dader veroordeeld is voor fysiek kindermisbruik. De steekproef bestaat uit 182 veroordelingen. Het gaat hier om de volgende wetsartikelen:
- art. 244 Sr (seksueel binnendringen bij een kind beneden de 12 jaar),
- art. 245 Sr (seksueel binnendringen bij een kind van 12 tot 16 jaar),
- art. 247 Sr (ontucht met een kind beneden de 16 jaar),
- art. 249 lid 1 (ontucht met een aan de zorg toevertrouwde minderjarige).
Van dit onderzoek is in februari 2016 ‘Ontucht voor de rechter. Deel 1: De zaken’ gepubliceerd. Hierin werd de aard van de ontuchtzaken beschreven.
Over de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen
Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer rapporteert aan de regering over de aard en omvang van mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen in Nederland. De Nationaal Rapporteur monitort de effecten van het beleid op deze terreinen en doet aanbevelingen om de aanpak van mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen te verbeteren.