DEN HAAG - Het kabinet legt wettelijk vast dat de natuur herstelt en uitstoot en neerslag van stikstof dalen. Met een miljardenpakket voor natuurherstel en maatregelen om stikstofneerslag terug te dringen, zit in 2030 minimaal de helft van de natuur in beschermde Natura 2000-gebieden op een gezond stikstofniveau.
Deze structurele stikstofaanpak biedt ook ruimte voor economische activiteiten. Zo komt er een gedeeltelijke vrijstelling voor activiteiten van de bouwsector in de bouw- en sloopfase.
Dat staat in het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering, dat coördinerend minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd samen met een aantal gerelateerde brieven.
Minister Schouten: “In een sterke natuur ligt een groot deel van de oplossing van het stikstofprobleem. Hoe robuuster de natuur, hoe meer die ook tegen een stootje kan en economische ontwikkelingen mogelijk worden. De Coronacrisis raakt vele sectoren nog altijd hard. Ook die sectoren die last hebben van de stikstofproblematiek zoals de bouw, industrie, transport en landbouw. Daarom is het van groot belang de stikstofaanpak nu wettelijk vast te leggen en vervolgens daadwerkelijk te realiseren. Voor de natuur, voor de maatschappij.”
Structurele stikstofaanpak
Het kabinet legt met het wetsvoorstel vast dat de natuur sterker wordt en de stikstofdepositie omlaag gaat. Het credo is eerst stikstofruimte winnen, pas dan weer beperkt uitgeven. Er komt tot 2030 bijna 3 miljard euro beschikbaar voor natuurherstel en -versterking en circa 2 miljard euro voor (bron)maatregelen om de stikstofuitstoot van landbouw, verkeer, bouw en industrie te verminderen. Elke sector levert een bijdrage.
Voor de landbouw betekent dit een omslag naar toekomstbestendige (kringloop)landbouw met zo min mogelijk emissies. Er komen middelen voor investeringen in duurzame stallen, minder eiwit in veevoer en betere mestaanwending. Er komt een Omschakelfonds van 175 miljoen euro om boeren te helpen deze stappen te zetten. Voor boeren die vrijwillig willen stoppen komt ook geld beschikbaar. Ook voor de industrie, bouw, luchtvaart en binnenvaart zorgt het kabinet voor financiële ondersteuning. Er is geld om bovenop de wettelijke verplichting te investeren in de best beschikbare technologie voor emissie- en stikstofreductie in de industrie. Ook investeert het kabinet in schonere bouwmachines, elektrisch taxiën van vliegtuigen en in katalysatoren en walstroomvoorzieningen.
Het kabinet verplicht zichzelf het hoofddoel – in 2030 zit de helft van de hectares natuur in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden op een gezond stikstofniveau – linksom of rechtsom te halen. Deze ambitie acht het kabinet, na zorgvuldige afweging en gesprekken met de sectoren, financieel en maatschappelijk haalbaar. In het wetsvoorstel zit een systeem van monitoring en bijsturing: het effect van de bronmaatregelen wordt jaarlijks getoetst en het herstel van de natuur elke twee jaar. Als nodig stuurt het kabinet bij. In de Tweede Kamerbrief geeft minister Schouten aan dat met het wetsvoorstel veel aanbevelingen van het adviescollege Stikstofproblematiek onder leiding van Johan Remkes zijn overgenomen
Bouw: gedeeltelijke vrijstelling
Het wetsvoorstel bevat een gedeeltelijke vrijstelling van de natuurvergunningsplicht voor de bouwsector. De vrijstelling geldt voor bouwactiviteiten in de bouw- en sloopfase, waarin emissies tijdelijk en beperkt zijn. Deze vrijstelling maakt vergunningverlening voor de aanleg/bouw van onder andere woningen, utiliteit, energieprojecten en activiteiten in de grond-, weg- en waterbouw makkelijker. Om deze vrijstelling mogelijk te maken reserveert het kabinet in de periode 2021-2030 500 miljoen euro voor stikstofreductie in de bouw en 500 miljoen euro voor aanvullende maatregelen binnen of buiten de bouw. Het Rijk maakt afspraken met de bouwsector over deze reductie en bijbehorende maatregelen, gericht op emissiearme werk- en voertuigen. De maatregelen worden onderdeel van de structurele aanpak stikstof. Het kabinet benadrukt dat de (stikstof)effecten van de bouwvrijstelling periodiek worden gemonitord, zodat tijdig kan worden bijgestuurd indien nodig.
Meet- en rekenmethodes verder verfijnen
Naast het wetsvoorstel heeft minister Schouten de Tweede Kamer een brief gestuurd met de kabinetsreactie op de rapporten van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof onder leiding van Leen Hordijk. Het kabinet onderschrijft de conclusie van het adviescollege dat de meet- en rekenmethodes voldoende zijn, wat belangrijk is om maatregelen voor stikstofreductie te onderbouwen. De overheid neemt de aanbeveling over om het aantal meetnetten uit te breiden.
Het adviescollege is kritisch op het gebruik van AERIUS Calculator als onderdeel van de vergunningverlening. Het Rijk werkt voortdurend aan het doorontwikkelen– donderdag 15 oktober volgt een nieuwe release met geactualiseerde gegevens. Tegelijkertijd constateert het kabinet dat er momenteel nergens in de wereld een betere methode beschikbaar is voor het verstrekken van vergunningen. Met de instelling van een Kennisprogramma Stikstof doet het kabinet nader onderzoek naar andere aanbevelingen van Hordijk, zoals de mogelijkheid om satellietmetingen te gebruiken. Ook volgt nog onderzoek naar het verruimen van de ondergrens, waarbij projecten met minder dan 0,005 mol depositie per ha/jr geen natuurvergunning nodig hebben, en het hanteren van een rekengrens voor projecten.
Realistische natuur
Het kabinet ambieert een vitale, robuuste en sterke natuur, waarin het de komende jaren dan ook fors investeert. Minister Schouten heeft een doorlichting van de Natura 2000-gebieden laten uitvoeren – onder meer om na te gaan of herstel van structureel zwakke gebieden mogelijk is. De onderzoeken geven aan dat herstel in kwetsbare natuurgebieden kan. De vraag is alleen tegen welke prijs en of dat proportioneel is. Een snelle route is er niet. Het Rijk gaat dat gesprek – in samenwerking met de provincies – aan met de Europese Commissie.
Ondertussen is de inzet om zo effectief mogelijk de Natura 2000-doelen te halen. Bijvoorbeeld door te onderzoeken of bepaalde beschermde soorten niet beter op andere plekken kunnen floreren. Het kabinet betrekt dit onderzoek bij de actualisatie van de nieuwe Natura 2000-beschermingsdoelen. Aanpassingen zijn sowieso nodig als in de toekomst vanwege nieuwe inzichten over het tempo of de omvang van klimaatverandering bepaalde doelen niet haalbaar blijken.
Effectieve emissiearme stallen
Minister Schouten heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) naar aanleiding van een CBS-publicatie vorig jaar om advies gevraagd over de effectiviteit van emissiearme stallen om ammoniak te reduceren. CDM bevestigt dat emissiearme stallen niet in alle gevallen de beoogde emissiereductie opleveren. Dat ligt soms aan de techniek zelf, soms aan verkeerd gebruik van de techniek. Minister Schouten onderstreept in een brief aan de Tweede Kamer de noodzaak om samen met de sector blijvend onderzoek te doen naar de emissiereductie van (emissiearme) stallen in de praktijk. Binnen de structurele stikstofaanpak is daarom duidelijk gekozen om eerst te investeren in innovaties en onderzoek en bij bewezen effectiviteit van de technieken veehouders te ondersteunen bij het duurzamer en emissiearm maken van stallen.
PAS-melders
Het kabinet bevestigt nogmaals dat voor de zogenoemde PAS-melders, ondernemers die voor de stikstofuitspraak van de Raad van State in aanmerking kwamen voor een vrijstelling van de Natura 2000-vergunningplicht, aan een oplossing wordt gewerkt. Het kabinet wil samen met de landbouwsector onderzoeken hoe dit versneld kan.