DEN HAAG - De basisscholen, middelbare scholen en scholen voor speciaal onderwijs blijven open. Dat heeft het kabinet besloten op advies van het OMT. Wel gaan er vanaf maandag 29 november ook aanvullende maatregelen gelden in het onderwijs.
Die maatregelen zijn bedoeld om besmettingen sneller op te sporen en verdere verspreiding te voorkomen.
Minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs): ,,Het is heel belangrijk dat leerlingen zoveel mogelijk les op school blijven krijgen. Niet alleen omdat ze daar beter leren, maar ook voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. We weten ook dat kinderen over het algemeen niet zo ziek worden door het coronavirus. Tegelijk is de druk op de zorg op dit moment heel hoog en maken ouders en leraren zich zorgen vanwege het grote aantal coronabesmettingen. Daarom moeten we ook in het onderwijs extra ons best doen om verspreiding van het virus te voorkomen, zodat de scholen verantwoord open kunnen zijn.’’
Mondkapjes in de gang
Daarom wordt de zogeheten ‘snottebellenrichtlijn’ aangescherpt op de basisschool: ook leerlingen met milde neusverkoudheid moeten thuisblijven en zich laten testen bij de GGD-teststraat. Ook vragen we zowel basisscholen als middelbare scholen om looproutes aan te brengen om afstand te bewaren, pauzes te spreiden en contacten tussen verschillende schoolklassen zoveel mogelijk te vermijden. Leerlingen van groep 6, 7 en 8 van de basisschool en leerlingen van het voortgezet onderwijs gaan mondkapjes in de gang dragen, net als het onderwijspersoneel. Ook komen leerlingen zoveel mogelijk zelf naar school.
Daarnaast gelden in de scholen in het primair en voortgezet onderwijs nog steeds de basismaatregelen. Dat betekent: volwassenen houden onderling 1,5 meter afstand (ook leraren waar mogelijk), ouders blijven buiten de school en vergaderingen zijn online.
Vaker zelftesten
Ook het zelftest-advies wordt aangescherpt op advies van het OMT. Voor leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 in het primair onderwijs, alle leerlingen van het voortgezet onderwijs en alle leraren geldt: twee keer per week thuis een preventieve zelftest doen, zo nodig met behulp van ouders of andere verzorgers. Als de test positief is, gaan de leerling of leraar en de rest van het gezin in quarantaine en laten zich testen in de GGD-teststraat. Als de test negatief is, kan de leerling of leraar naar school. Dit dringende test-advies geldt voor iedereen, dus ook voor gevaccineerden.
Leraren en leerlingen ontvangen de zelftesten zo snel mogelijk via de school, maar dit zal tijd kosten. Alleen al in het primair onderwijs gaat om zo’n 1,2 miljoen zelftesten per week extra voor de leerlingen. Hoe het precies in zijn werk zal gaan, werkt het ministerie van OCW uit in overleg met het onderwijsveld. Scholen worden naar verwachting volgende week verder geïnformeerd over het proces, zij zullen vervolgens ouders verder inlichten.
Samen doen
Het kan nog steeds voorkomen dat individuele scholen tijdelijk dichtgaan, omdat de lokale GGD dat adviseert. Ook kan een school tijdelijk sluiten als het fysieke onderwijs niet georganiseerd kan worden, bijvoorbeeld omdat meerdere leraren in quarantaine moeten. Scholen schakelen in die gevallen over op afstandsonderwijs en melden de sluiting bij het meldpunt scholensluiting.
Minister Slob: ,,Ik snap het goed als er zorgen zijn. Deze tijd vraagt weer veel van leraren, schoolleiders, ondersteunend personeel en ook van ouders en leerlingen. Ik begrijp het ook als scholen een paar dagen nodig hebben om de verscherpte maatregelen door te voeren. We moeten het samen doen, zodat leerlingen verantwoord naar school kunnen blijven gaan. Dat is ons gezamenlijke doel.”