DEN HAAG - Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de eerste woningbouwprojecten bekendgemaakt die een financiële bijdrage krijgen vanuit de woningbouwimpuls.
Ruim 51.000 woningen, binnen 27 projecten, kunnen nu gebouwd worden door een investering van 290 miljoen euro van het Rijk. Gemeenten en provincies dragen 331 miljoen euro bij om het financieel tekort op te lossen. De woningen kunnen nu versneld gebouwd worden, zijn betaalbaarder of er komen er meer dan oorspronkelijk gepland. De bouw van het merendeel van de projecten start al in 2021
"Minister Ollongren: “Dit resultaat overtreft al mijn verwachtingen. Het is goed om te zien dat het zoveel gemeenten is gelukt om in korte tijd een kwalitatief goede aanvraag in te dienen die de toets kon doorstaan. Ruim 51.000 woningen erbij is een stevige bijdrage om het woningtekort in te lopen. Om starters en mensen met lagere inkomens meer kansen op de woningmarkt te geven moeten er sneller en meer betaalbare woningen gebouwd worden. En dit is nog maar een eerste deel van de toewijzingen die ik ga doen. Nu moet zo snel mogelijk de schop in de grond om die 51.000 woningen te bouwen.”
Woningbouwimpuls
In 2019 heeft het kabinet 1 miljard euro beschikbaar gesteld voor de woningbouwimpuls. De doelstelling van de impuls is om bij te dragen aan de bouw van ten minste 65.000 woningen. De woningbouwimpuls is daarmee een van de middelen om de bouw van woningen aan te jagen. Het tekort is immers groot en tot 2030 bedraagt de bouwopgave 845.000 woningen. Het kabinet blijft daarom investeren om die bouwopgave ook voor elkaar te krijgen. De woningen die een bijdrage krijgen uit de woningbouwimpuls moeten er sneller komen, betaalbaarder zijn of er moeten meer woningen gebouwd worden dan zonder bijdrage het geval zou zijn geweest. De eerste 290 miljoen euro is nu toegezegd en levert dus al 51.000 woningen op. In oktober kunnen gemeenten projecten indienen voor de tweede ronde van de woningbouwimpuls. Ook daarna zullen de gemeenten nog verschillende kansen krijgen om projecten in te dienen voor een bijdrage uit de impuls.
Het gaat om projecten die zonder financiële impuls niet van start kunnen gaan doordat er een publiek financieel tekort is. Dat tekort komt door het grotere aandeel betaalbare woningen en door maatregelen die nodig zijn om de bouw van woningen mogelijk te maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om het saneren van grond, het uitplaatsen van bedrijven, het goed inrichten van de openbare ruimte of het zorgen voor een goede ontsluiting met het openbaar vervoer.
Betaalbaar en divers
Van de 51.000 woningen die gebouwd gaan worden, valt 65% in de categorie betaalbaar (32.579 woningen). Dit zijn woningen bedoeld voor de sociale huursector, middenhuur en betaalbare koopwoningen. Veel projecten hebben daarnaast speciale aandacht voor woningen voor starters, senioren, studenten en aandachtsgroepen. De projecten zijn verdeeld over het land, waarbij 21 projecten zich bevinden in de woondealregio’s met projecten in onder andere Den Haag, Utrecht en Arnhem/Nijmegen. Dat zijn de regio’s waar de minister al eerder afspraken mee heeft gemaakt over de uitbreiding van de woningbouw. Daarnaast krijgen projecten in Alkmaar, Breda, Deventer, Enschede, Harderwijk en Hoorn een bijdrage uit de woningbouwimpuls. Ook het type projecten is divers. Zo wordt in Rijswijk een verouderd winkelcentrum getransformeerd tot woon-werklocatie met 1.400 woningen, worden in het stationsgebied van Nijmegen 670 huizen bijgebouwd en in Eindhoven gaat het om een project met 700 tijdelijke woningen.
Afgewezen projecten kansrijk
Het toewijzen van projecten is een zorgvuldig proces geweest met een externe toetsing door een onafhankelijke commissie. Het merendeel van de ingediende plannen waren volgens de commissie kwalitatief goede aanvragen. De commissie heeft de minister laten weten dat zij verwacht dat de meeste projecten die nu als onvoldoende beoordeeld zijn, met enige aanpassingen kansrijk zijn voor de volgende ronde die in oktober start. De hoogte van de bijdrage was bijvoorbeeld onvoldoende onderbouwd of het project is nog niet ver genoeg uitgewerkt. Met deze gemeenten gaat de minister in gesprek en wordt de kennis van het Expertteam Woningbouw aangeboden.