DEN HAAG - Meer dan honderd bezoekers bezochten vrijdag in het Curaçaohuis een presentatie over het kaha di òrgel door Curaçaoënaar Marfrensel Osepa en Arubaan Arthur Kelly. Osepa en Kelly gaven uitleg over de geschiedenis van het instrument, dat dankzij de stichting Splika op de lijst van immaterieel erfgoed is geplaatst.
De twee jongeren vertelden over hun eigen passie voor het kaha di orgel en over verschillen tussen de traditie op Curaçao en Aruba. Op Aruba wordt het kaha di òrgel sneller bespeeld en is het toegestaan bij het dansen een huppeltje te maken, terwijl danskoppels op Curaçao hun voeten dichter bij de grond houden. De presentatie was de eerste officiële activiteit van het Curaçaohuis in 2017 en ook de eerste bijeenkomst georganiseerd door de nieuwe Gevolmachtigde Minister Eunice Eisden.
"We zijn blij dat we op deze manier onze tradities kunnen onderhouden en promoten. Onze tradities blijven alleen bestaan als onze jongeren ze oppakken en voeden,'' zei Eisden, die dit soort activiteiten vaker wil houden. Onder de bezoekers was ook de Gevolmachtigde Minister van Aruba, Juan David Yrausquin. Voor veel aanwezigen was de bijeenkomst een eerste kennismaking met de locatie aan de Prinsegracht in Den Haag, waar het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Curaçao sinds de zomer van 2015 gevestigd is.