DEN HAAG - Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland hebben overeenstemming bereikt over het indienen van het voorstel van Rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO).
De Rijkswet vormt het fundament voor een nieuwe vorm van meerjarige samenwerking tussen de landen in het Koninkrijk.
Door de COVID-19 pandemie zijn de economieën van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zwaar geraakt. Nederland bood hulp bij de bestrijding van COVID-19 en ondersteunde ook met voedselpakketten. Daarnaast werd voor een miljard euro aan noodsteun in de vorm van liquiditeitsleningen verstrekt om de openbare financiën te ondersteunen bij het plotseling stilvallen van de economische bedrijvigheid.
Als voorwaarde voor het verlenen van de liquiditeitsleningen is afgesproken dat de landen versneld werken aan hervormingen die hen versterken. De landen houden zich aan die afspraak. Het streven is daarbij dat de economie en samenleving in de toekomst beter een crisis kunnen opvangen zodat de regeringen in staat zijn nieuwe kansen te bieden aan inwoners en bedrijven. Om de landen daarbij te ondersteunen is afgesproken dat er een onafhankelijk Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling wordt opgericht.
Vooruitlopend op de formele oprichting van het COHO is met Aruba, Curaçao en Sint Maarten elk een landspakket afgesproken. De maatregelen uit de landspakketten worden per land verder uitgewerkt in opvolgende uitvoeringsagenda’s. Zo is ieder Caribisch land in staat stappen te zetten op een manier die bij hen past. Het COHO gaat ondersteuning geven en toezicht houden op de uitvoering van in de pakketten omschreven onderwerpen. Deze taken worden nu nog uitgevoerd door de Tijdelijk werkorganisatie (TWO).
De vier landen hebben deze week een definitief akkoord bereikt over uitwerking van de Rijkswet. Wijzigingen ten opzichte van vorige overleggen behelzen duidelijkere afspraken met de landen over de verwerking van de landspakketten in de onderscheiden begrotingen. Ook is afgesproken dat de bezwaren die er bestaan over de bevoegdheden van de financieel toezichthouders C(A)ft in de implementatiefase verder worden uitgewerkt.
Ook worden de afspraken over de mogelijke implicaties van de uitwerking van het samenwerkingsprotocol tussen het C(A)ft en het COHO met daarin de onderlinge taken, rollen en verantwoordelijkheden vastgelegd. COHO en het C(A)ft zullen met de besturen van de landen over het samenwerkingsprotocol overleggen, voor dit tot stand kan komen of kan worden gewijzigd.
Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben aandacht gevraagd voor een aantal punten van zorg met betrekking tot de uitvoerbaarheid van de wet binnen de constitutionele rechtsorde. Die punten behelzen het waarborgen van beleidsruimte en autonomie van de regeringen, de samenloop tussen C(A)ft en COHO en de ruimte voor investeringen om de hervormingen en flankerend beleid te kunnen uitvoeren. Nederland heeft toegezegd hierover in gesprek te gaan en afspraken te maken.
Het wetsvoorstel gaat nu naar de Staten van de landen en de Tweede Kamer. Verderop in het proces buigt ook de Eerste Kamer zich erover.