Nederland / Willemstad - Het stationsschip van de Koninklijke Marine in het Caribische Gebied, Zr.Ms. Holland, is vandaag vanuit Curacao naar Haïti vertrokken om noodhulp te leveren nadat orkaan Matthew over het eiland is geraasd en enorme schade heeft aangericht.
Dat heeft het kabinet besloten na een hulpvraag van de Haïtiaanse autoriteiten. Deze hulp wordt geleverd door de eenheden van Defensie in het Caribische Gebied.
Aan boord van het marineschip zijn, naast de vaste bemanning van 75 man, verschillende eenheden opgestapt voor deze noodhulp, waaronder mariniers van het 32e raiding squadron. Daarnaast is er een hydrografisch team aan boord dat de vaarwegen en de bodem van de havens in kaart kan brengen om zeker te stellen dat schepen met hulpgoederen kunnen afmeren. Ook zijn er extra medici aan boord gestapt, zowel militaire verpleegkundigen als artsen. Er is een team genisten van de landmacht aan boord, dat gespecialiseerd is in het in kaart brengen van de geleden schade en in constructiewerkzaamheden. Ook zijn er specialisten van het Rode Kruis geëmbarkeerd. "Zes jaar geleden stonden we klaar om Haïti te helpen en ook daarna heeft Defensie meer dan eens bewezen snel en krachtig hulp te kunnen bieden bij rampen. Zowel in het Caribisch gebied als daarbuiten, denk bijvoorbeeld aan de ebola-crisis. Als een beroep op ons wordt gedaan, zijn onze manschappen hierop voorbereid,’’ aldus minister Hennis-Plasschaert.
Goederen
Naast extra bemanningsleden, zijn er ook diverse extra goederen aan boord gebracht. Het stationsschip beschikt over een noodhulppakket met daarin constructiematerieel om huizen of wegen vrij te maken van puin. Maar er is ook een container aan boord gegaan met shelterboxen. Hierin zit materieel om een klein gezin gedurende een korte periode te voorzien van een dak boven hun hoofd. Daarnaast neemt het schip grote voorraden water en eenvoudige voeding mee om uit te delen. Ook zijn er extra vaartuigen aan boord gehesen om de hulp vanaf zee naar het land te brengen, mocht het marineschip nergens kunnen afmeren. Minister Ploumen: ‘Haïti is nauwelijks nog bekomen van de zware aardbeving van 2010. Tienduizenden mensen leefden nog in tenten en tijdelijke woningen en waren extra kwetsbaar voor de verwoestende kracht van deze orkaan. En nu zijn weer enorm veel mensen dakloos geworden of gewond geraakt. Door nu snel aanwezig te zijn kunnen we verdere verslechtering van hun situatie tegengaan.'
Eerste lading
Het marineschip zal de eerste lading mensen en goederen naar Haïti brengen. Vanaf Curaçao is het ongeveer anderhalve dag varen naar Haïti. Ondertussen wordt het strategische transportschip Zr.Ms. Pelikaan op Curaçao beladen met extra goederen en mensen. Dit schip zal ook zo snel mogelijk naar Haïti vertrekken. Het personeel van Defensie in het Caribische Gebied zal voornamelijk noodhulp leveren in het zuidwesten van het eiland waar de verwoestende orkaan de meeste schade en slachtoffers heeft gemaakt. "Haïti is als een van de armste landen ter wereld voor de zoveelste keer het slachtoffer van een natuurramp. Ik ben blij dat we dit buurland van het Koninkrijk de hulp kunnen bieden die het nu zo hard nodig heeft. Het is goed dat Nederland ook een steentje kan bijdragen aan het lenigen van de humanitaire noden," aldus Minister Koenders.
Hoofdtaak
Het leveren van noodhulp na de passage van een orkaan is een van de hoofdtaken van Defensie in het Caribische Gebied. De laatste keer dat de eenheden werden ingezet, was op het eiland Dominica na de passage van tropische storm Erika in september 2015. De Pelikaan en de Holland worden in EU-verband ingezet voor de hulpverlening aan Haïti en zullen in ieder geval een week daar blijven. Ter plaatse zullen de VN en de EU de noodhulp coördineren. De kosten van deze humanitaire missie komen voor rekening van het noodhulpbudget van minister Ploumen. Deze bijdrage komt bovenop de 750.000 euro die Nederland al via het Rode Kruis heeft bijgedragen aan de noodhulp op Haïti. Ook is een Nederlandse expert ter plaatse.