NEDERLAND / DEN HAAG - Seyda Yildiz (12) en Arda Dogan (11) stonden vandaag aan het roer bij Defensie. In heel Nederland hadden zo’n 350 kinderen de leiding over bedrijven en organisaties. Het initiatief ‘Baas van morgen’ van non-profitorganisatie JINC geeft kinderen met een sociaaleconomische achterstand een zetje in de rug.
Op de stoel van minister Ank Bijleveld-Schouten zaten de 2 leerlingen van de Haagse basisschool Het Palet. Arda vertelt hoe ze daar ‘s ochtends vroeg waren opgehaald met een militaire Amarok-terreinwagen. Seyda: “Daarna gingen we ontbijten met de minister. We deden spelletjes om elkaar beter te leren kennen. Dat was leuk, ze is heel aardig.”
Bijleveld “Ik vind het belangrijk om hier als minister aan mee te werken. Ieder kind heeft talent en verdient de kans dat te ontdekken en ontwikkelen. Vandaag mochten 2 van hen ervaren hoe het is om de baas te zijn en wat voor bedrijf Defensie is. Seyda en Arda merkten dat de minister een drukke agenda heeft, maar dat hoort er natuurlijk ook bij.”
Bommelding
Tijdens ‘Baas van morgen’ doen jongeren niet alleen waardevolle contacten op, maar ervaren ze dus ook van dichtbij hoe bedrijven werken. Bij de Defensie-afdeling Nationale Operaties hoorden Arda en Seyda wat Defensie dagelijks allemaal doet in Nederland. Arda: “Bijvoorbeeld bij een bommelding. Dan komen de militairen van de Explosieven Opruimingsdienst en die maken de bom onschadelijk.”
Gelijke kansen
In Nederland groeien meer dan 600.000 kinderen op in een omgeving met veel sociaaleconomische achterstand. Hun postcode en sociale omgeving staan hun dromen en talenten in de weg. Ze missen bijvoorbeeld een netwerk en plekken om professionele vaardigheden en kennis op te doen voor een succesvolle toekomst.
Dankzij het JINC-programma leren jaarlijks 55.000 basis- en VMBO-scholieren solliciteren en maken ze kennis met verschillende beroepen. Dit helpt ze om te ontdekken wat past bij hun mogelijkheden en talenten.