DEN HAAG - Het aantal regels bij keuzedelen in het mbo moet omlaag, dat schrijft minister Van Engelshoven (OCW) vandaag aan de Tweede Kamer. Hierdoor kunnen mbo-studenten zich beter voorbereiden op de arbeidsmarkt of een vervolgopleiding.
Nu is er voor studenten vaak een beperkt aanbod van keuzedelen. Door regels te schrappen en te versoepelen komt hier verandering in. Mbo-scholen krijgen de vrijheid om meer verschillende keuzedelen aan te bieden, wat moet leiden tot meer maatwerk voor studenten en een betere voorbereiding op een baan of een vervolgopleiding.
Een mbo-student moet een aantal keuzedelen volgen als verbreding of verdieping of om zich voor te bereiden op een vervolgopleiding in het mbo of het hbo. Mbo-scholen hebben sinds 2016 een flinke slag gemaakt om keuzedelen een goede plek te geven in het onderwijs; het zijn vanzelfsprekende onderdelen van elke mbo-opleiding. Uit evaluatie blijkt echter dat de regels voor keuzedelen tot knelpunten leiden. Zo is het proces van indienen van een nieuw keuzedeel door de school en regionale bedrijven een lang en bureaucratisch proces. Ook zijn keuzedelen momenteel te strikt gekoppeld aan bepaalde opleidingen, wat ervoor zorgt dat studenten beperkte keuzemogelijkheden hebben in het volgen van keuzedelen.
“Door keuzedelen kunnen studenten zich naast hun opleiding in meerdere richtingen ontwikkelen en zich beter voorbereiden op een baan of een eventuele vervolgopleiding. Bijvoorbeeld door het volgen van het keuzedeel ‘voorbereiding Pabo’, met oog op doorstroom naar de Pabo. Met deze maatregelen maken we het voor studenten makkelijker om te kiezen uit een breed aanbod van keuzedelen, wat voorbereiding op een baan of een vervolgopleiding verder verbetert”, aldus Van Engelshoven.
Maatregelen
Scholen en bedrijven in de regio krijgen meer ruimte om nieuwe keuzedelen te ontwikkelen en deze sneller in het onderwijsprogramma te verwerken. Hiermee wordt het opleidingsaanbod beter afgestemd op behoeften uit het regionale werkveld en daarmee actueler en innovatiever. Ook kunnen studenten straks kiezen uit meer verschillende soorten keuzedelen, waardoor zij zich in meerdere richtingen kunnen ontwikkelen. Zo kunnen bijvoorbeeld studenten van de opleiding goud- en zilversmeden zich verbreden met het keuzedeel ‘corporate design’, dat nu alleen gekoppeld is aan opleidingen in de vormgeving. De toekomstig goud- en zilversmeden (vaak zzp’ers) kunnen door dit keuzedeel beter in staat gesteld worden om zich op de markt te positioneren en te onderscheiden.
De maatregelen maken het ook mogelijk om de doorstroom naar een vervolgopleiding te verbeteren. Studenten van niveau 2 kunnen straks bijvoorbeeld makkelijker keuzedelen kiezen die zijn bedoeld voor een hoger niveau. Ook worden de regels rondom het geven van vrijstellingen voor keuzedelen makkelijker. Nu moet er bij wisseling van opleidingsniveau door de examencommissie beoordeeld worden of er een vrijstelling gegeven kan worden voor een deel van de keuzedelen die op het lagere niveau al voltooid zijn. Met de versoepeling van regels voor examencommissies kan de doorstroom naar een hoger niveau makkelijker verlopen.
Tot slot wordt de onderwijsovereenkomst – het contract tussen de school en de student waar de rechten en plichten van de student en de school in staan – afgeschaft en een aantal rechten en plichten van studenten worden (beter) verankerd in de wet. De school en student hoeven voortaan niet elke keer dat een student aan een nieuwe keuzedeel begint de onderwijsovereenkomst te wijzigen, wat veel administratieve lasten scheelt.