DEN HAAG - Het zogeheten besluit weigerende observandi van minister Dekker (voor Rechtsbescherming) treedt donderdag 28 november 2019 in werking.
Dit besluit bevat regels over de werkwijze van een multidisciplinaire commissie die beoordeelt of er medische gegevens beschikbaar zijn over een verdachte die niet wil meewerken aan onderzoek naar een mogelijke gebrekkige ontwikkeling of psychische stoornis. De commissie adviseert of die gegevens bruikbaar kunnen zijn voor het opstellen van een aanvullende rapportage over de verdachte.
Als een verdachte niet meewerkt, is het voor rapporteurs vaak moeilijk om iets te zeggen over de aanwezigheid van een psychische stoornis op het moment van het misdrijf en de wenselijkheid of noodzakelijkheid van een tbs-maatregel. Door hun medewerking aan het onderzoek te weigeren, hopen verdachten dan ook een tbs-maatregel te kunnen ontlopen. Minister Dekker vindt dat een zeer ongewenste situatie: daders van ernstige misdrijven krijgen dan mogelijk niet de behandeling die ze nodig hebben, met alle daaraan verbonden risico’s voor de veiligheid van de samenleving.
De regeling weigerende observandi maakt het als ultimum remedium mogelijk om in geval van zeer ernstige misdrijven, zonder toestemming van de verdachte, bestaande medische gegevens op te vragen voor het opstellen van een aanvullende rapportage over een mogelijke psychische stoornis. De behandelaren zijn verplicht deze gegevens aan de commissie te verstrekken, zonder een beroep te kunnen doen op het medisch beroepsgeheim en het daaraan gekoppelde verschoningsrecht. Op basis van het advies van de commissie kan de rechter, op verzoek van de officier van justitie, een machtiging afgeven voor de verstrekking van de bruikbare gegevens aan de rapporteurs.
Documenten