DEN HAAG - De Ecologische Autoriteit heeft op verzoek van het Rijk en provincies een advies uitgebracht over de concept handreiking gebiedsprogramma’s. Deze handreiking geeft provincies handvatten voor het opstellen van de gebiedsprogramma’s waarin het halen van de doelen voor natuur, stikstof, water en klimaat centraal staan.
In het advies spreekt de Ecologische Autoriteit zich positief uit over de insteek van de handreiking en onderstreept hierbij het belang van een brede en lerende aanpak. De Ecologische Autoriteit heeft ook een aantal aanbevelingen. Zo geeft de instantie aan dat de handreiking op een aantal punten concreter moet. Het advies is een belangrijke stap bij het verder doorontwikkelen van de handreiking.
In het advies beoordeelt de Ecologische Autoriteit in hoeverre het gebruik van de handreiking leidt tot volledige en goed onderbouwde gebiedsprogramma’s. Volgens de Ecologische Autoriteit is de voorgestelde, integrale aanpak nodig om verslechtering van de natuur tegen te gaan en de doelen voor water, natuur en klimaat halen. In het advies staan ook aanbevelingen om bijvoorbeeld de doelen scherper te maken, negatieve gevolgen van maatregelen in beeld te brengen en meer aandacht te geven aan planning en vervolgbesluiten. Verder adviseert de Ecologische Autoriteit om zowel lokale, regionale als nationale stikstofbronnen per gebied goed in kaart te brengen zodat gericht maatregelen genomen kunnen worden om de stikstofneerslag te verlagen.
Rijk en provincies nemen de aanbevelingen mee bij het doorontwikkelen van de handreiking. Tot die tijd gebruiken provincies de huidige handreiking en de aanbevelingen uit het advies voor het opstellen van de gebiedsprogramma’s.
Gebiedsprogramma’s: maatwerk per gebied
In gebiedsprogramma’s leggen provincies vast hoe ze de doelen voor natuur, stikstof, water en klimaat gaan halen. Omdat elk gebied anders is en de kwaliteit van natuur, water en bodem nergens hetzelfde is, wordt per gebied gekeken wat past en mogelijk is. Provincies, gemeenten, waterschappen, ondernemers en terreinbeheerders werken hierbij samen aan een aanpak per gebied. De aanpak moet passen bij de eigenschappen van het gebied en inspelen op wat water, bodem en natuur aan kunnen. Uiterlijk 1 juli 2023 leveren provincies de eerste versie van de gebiedsprogramma’s op, daarna worden deze beoordeeld door het Rijk, de Ecologische Autoriteit en de kennisinstellingen.