KRALENDIJK - De ministers van Volksgezondheid van Aruba, Curaçao en Sint Maarten kwamen op donderdag 20 november 2025 op Sint Maarten bijeen, samen met de staatssecretaris van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van Nederland, voor het Vierlandenoverleg Volksgezondheid.
Dit jaarlijkse overleg blijft een pijler van gecoördineerd gezondheidsbeleid en gezamenlijke beleidsontwikkeling binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
Het overleg van dit jaar, het eerste sinds 2023, richtte zich op gezamenlijke uitdagingen op het gebied van volksgezondheid en op strategische kansen voor verdere regionale samenwerking.

De agenda stond in het teken van prioritaire thema’s, waaronder:
- Het versterken van grensoverschrijdende zorg en pandemische paraatheid
- Het versterken van de capaciteiten voor crisis- en rampenrespons
- Het bevorderen van gezamenlijke initiatieven op het gebied van geestelijke gezondheidszorg, preventie en het bevorderen van een gezonde levensstijl
- Het verbeteren van de continuïteit van zorg, de ontwikkeling van het zorgpersoneel en de opleidingscapaciteit binnen de gehele zorgsector
Resultaten
Met betrekking tot de pandemische paraatheid en de bestrijding van infectieziekten hebben de vier landen overeenstemming bereikt over de verdere ontwikkeling van de Dutch Caribbean Public Health Expertise Network (DuCaPHEN). Daarmee wordt de gezamenlijke inzet voor kennisuitwisseling en regionale coördinatie op het gebied van volksgezondheid versterkt. De landen hebben bovendien herbevestigd dat zij blijven streven naar een geharmoniseerde wet- en regelgeving op het gebied van volksgezondheid in het Caribische deel van het Koninkrijk, met bijzondere aandacht voor onvrijwillige geestelijke gezondheidszorg en grensoverschrijdende verwijzing van cliënten in de geestelijke gezondheidszorg.
De vier landen nemen stappen om de crisisparaatheid te verbeteren, wat cruciaal is om het Koninkrijk effectief en gecoördineerd op gezondheidscrises te laten reageren.
Collectieve inzet
Het overleg, dat werd georganiseerd door de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid van Sint Maarten, werd afgesloten met de formele ondertekening van de slotconclusies, waarmee de gezamenlijke inzet wordt onderstreept om de volksgezondheidssystemen en de samenwerking binnen het Koninkrijk der Nederlanden te versterken.
Minister Richenel Brug (Sint Maarten):
“De afspraken van vandaag weerspiegelen onze gezamenlijke vastberadenheid om een veerkrachtig, responsief en samenwerkingsgericht volksgezondheidssysteem op te bouwen voor de inwoners van onze eilanden. Het versterken van deze partnerschappen is essentieel om de gezondheid en het welzijn in het Caribische deel van het Koninkrijk te beschermen.”
Minister Roderick Middelhof (Curaçao):
“Een sterk zorgstelsel rust op paraatheid, preventie, mentale gezondheid, kwaliteit en deskundig personeel. Door ons gezamenlijk aan deze principes te committeren, versterken we onze collectieve veerkracht.”
Staatssecretaris Judith Tielen (Nederland):
“Patiënten die complexe geestelijke gezondheidszorg nodig hebben, behoren tot de meest kwetsbare. We komen voor hen op door de geestelijke gezondheidszorg voor iedereen binnen het Koninkrijk te versterken. We streven er samen naar om onze wet- en regelgeving op het gebied van onvrijwillige geestelijke gezondheidszorg verder op elkaar af te stemmen. Ik ben oprecht dankbaar voor de bereidheid van elk land om zorg te bieden aan patiënten van eilanden waar deze vorm van zorg nog niet beschikbaar is.”
Minister Melvin Wyatt – Ras (Aruba):
“Dit is een belangrijk moment voor Aruba. Het is ons een eer om het voorzitterschap van het Vierlandenoverleg voor het komende jaar op ons te nemen. Het is een verantwoordelijkheid die wij met toewijding en trots aanvaarden. We kijken ernaar uit om de volgende bijeenkomst te organiseren en voort te bouwen op het werk dat we vandaag gezamenlijk in gang hebben gezet. Aruba blijft streven naar het bevorderen van de samenwerking, innovatie en eensgezindheid binnen het Koninkrijk der Nederlanden — altijd vanuit de overtuiging dat een gezonder Koninkrijk inderdaad een sterker Koninkrijk is.”