Den Haag - Of het leuk is om de hoogste baas van de politie te zijn, of het een beetje verdient en of hij zelf kinderen heeft. Dat willen leerlingen van de Haagse openbare basisschool Het Galjoen weten van korpschef Erik Akerboom.
In het kader van de Week voor de Veiligheid gaf Akerboom woensdag 12 oktober een speciale kinderpersconferentie. De kinderen uit groep zes, zeven en acht stellen hun vragen in de officiële persconferentieruimte op het hoofdkwartier van de politie in Den Haag. Het gaat over veiligheid, internet en de baas zijn. Sommigen vinden het zo spannend dat ze spontaan hun vraag vergeten.
Belangrijkste wapen
Niet alleen de kinderen stellen vragen, ook de korpschef wil dingen weten. ‘Wat is het belangrijkste wapen van de politie, denken jullie?’ Pistool, auto, helikopter, pepperspray, honden, suggereren de leerlingen. Maar tot teleurstelling van de zaal blijkt het de mond.
Smartphone
Akerboom: ’Agenten praten eerst voordat ze geweld gebruiken. Ze praten de hele dag door met hun omgeving.’ De korpschef voegt er nog een tweede wapen aan toe: de smartphone. ‘In onze mobiele telefoons zit een heel politiebureau. Via de telefoon kunnen agenten op allerlei politiesystemen. Zo hoeven ze niet meer naar het bureau.’
Iedereen gelijk
De drie volwassen kinderen van Akerboom zelf willen niet bij de politie. ‘Ook al heb ik het wel geprobeerd’. Hij verdient minder dan de Minister-President. En de belangrijkste regel van de politie vindt hij Artikel 1 van de Grondwet: iedereen is voor de wet gelijk. Akerboom tegen de kinderen: ‘Juist de politie mag niet discrimineren omdat die heel veel mag. Maar in de praktijk is dat soms moeilijk. Ook politiemensen hebben vooroordelen.’
Selfie
Na de persconferentie willen de kinderen allemaal een handtekening van de hoogste politiebaas. En een selfie met hem maken. Akerboom deelt ze lachend uit. Prachtig dit, vindt hij. ‘Kinderen in deze leeftijd zijn zo leuk. Ze denken helemaal niet na voordat ze wat zeggen. De spontaniteit spat eraf. Het is goed om met hen over veiligheid te praten. Een verademing op een drukke vergaderdag.’