Den Haag - Het Openbaar Ministerie (OM) gaat hogere straffen eisen voor het plegen van ram- en plofkraken. Dit staat in de herziene strafvorderingsrichtlijn ram- en plofkraken die per 1 mei van kracht is.
De richtlijn is aangescherpt, omdat een plofkraak grote gevaren en risico's met zich meebrengt. Steeds vaker gebruiken overvallers zware explosieven. Dit levert onder andere brand- en instortingsgevaar voor panden en omwonenden op.
In de oude richtlijn staat als uitgangspunt voor zowel ram- als plofkraken een strafeis van 15 maanden gevangenisstraf. In de herziene richtlijn is nu een onderscheid gemaakt, omdat een plofkraak ernstiger is dan een ramkraak. Er zijn nu twee basisdelicten opgenomen in de richtlijn met elk een eigen strafeis.
Plofkraken
Als uitgangspunt bij plofkraken geldt dat de strafeis van 12 naar 24 maanden gevangenisstraf gaat in het geval het een plofkraak betreft waarbij geen woningen in het getroffen gebouw zijn. Daarnaast een strafeis van 48 maanden gevangenisstraf voor plofkraken in gebouwen waarin ook woningen zijn gevestigd. Voorheen was dit 15 maanden.
Ramkraken
Als uitgangspunt bij ramkraken geldt dat de strafeis is verhoogd van 15 naar 21 maanden gevangenisstraf. Uit jurisprudentie blijkt dat dit vaak al als straf wordt opgelegd. Het OM vindt daarom deze strafeis gepast.
Het OM hoopt met de verscherpte richtlijn plegers van de deze high impact crime af te schrikken en langer vast te kunnen houden na een veroordeling.
Bij de aanpak van ram- en plofkraken werken politie en OM en ministerie van Justitie en Veiligheid nauw samen met de banken. Met als doel om overvallen op geldautomaten zo onaantrekkelijk mogelijk te maken en snel te kunnen optreden na een ram- of plofkraak op een geldautomaat.