Nederland - De politie heeft vandaag in een brief aan het College voor de Rechten van de Mens laten weten dat een hoofddoek bij het politie-uniform niet wordt toegestaan.
Op 20 november jl. oordeelde het College voor de Rechten van de Mens in de zaak van een politiemedewerker die een hoofddoek bij het uniform wil dragen. Zij krijgt hiervoor geen toestemming. Wel mag zij haar huidige werkzaamheden in burgerkleding en met hoofddoek voortzetten. Zij blijft daarmee een uitzondering. Dat is vandaag met betrokkene besproken in een persoonlijk gesprek met korpschef Erik Akerboom en politiechef Rotterdam Frank Paauw.
Eerder liet de Minister van Justitie & Veiligheid weten dat de Gedragscode lifestyle-neutraliteit onverminderd van kracht blijft.
Akerboom: wij willen divers korps zijn
Korpschef Erik Akerboom: ‘Wij willen een divers samengestelde politie zijn, die midden in de maatschappij haar belangrijke taken kan vervullen. Objectiviteit en neutraliteit zijn daarbij heel belangrijk. Ieder mens heeft persoonlijke opvattingen, maar onze professionaliteit vraagt om die voor je te houden. Deze onpartijdige en onafhankelijke uitstraling komt met name tot uiting in het uniform.’
Inspelen op maatschappelijk en technologische ontwikkelingen
Akerboom: ‘De samenleving verandert en ons werk dus ook. Allerlei maatschappelijke en technologische ontwikkelingen geven steeds nieuwe inhoud aan de manier waarop wij contact hebben met burgers. Om effectief te zijn en te blijven in een veranderende samenleving, zijn legitimiteit en het vertrouwen van de burger essentieel. De politie wil die nieuwe ontwikkelingen nader duiden en in overleg met het gezag en andere betrokken partners onderbrengen in één nieuwe Beroepscode.’
Vijf vragen over de reactie van de politie op het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens
1. Waarom houdt de politie vast aan de Gedragscode?
Neutraliteit was, is en blijft onverminderd belangrijk als uitgangspunt bij het politiewerk. Daar draagt de Gedragscode aan bij. Het College heeft geoordeeld over de concrete klacht die voorlag. En niet over het onderliggende beleid. De code is in 2011 vastgesteld door de toenmalig minister van Justitie en Veiligheid en gedeeld met de Tweede Kamer. Dat is ook de plek waar een discussie over de Gedragscode thuis hoort.
2. De politie is het niet eens met het oordeel van het College?
Het College erkent dat een neutrale en uniforme gezagsuitstraling belangrijk zijn voor de politie. Zij vindt echter dat het doel van een neutrale uitstraling slechts in geringe mate aan de orde is bij de werkzaamheden van de betrokken medewerker. Deze werkzaamheden zouden ‘slechts’ een ‘administratief karakter’ hebben. De politie en het Ministerie van Justitie & Veiligheid baseren hun oordeel echter op de huidige Gedragscode, die daar duidelijk over is:
‘Vanwege de bijzondere positie van de Nederlandse politie dient door politieambtenaren, in contacten met het publiek, in ieder geval afstand te worden genomen van de volgende uitingen: zichtbare uiting(en) van (levens)overtuiging, religie, politieke overtuiging, geaardheid, beweging, vereniging of andere vorm van lifestyle, die afbreuk doet aan de gezagsuitstraling, neutraliteit en veiligheid van de politiefunctie.’
3. Maar is de politie niet verplicht het oordeel van het College over te nemen?
Nee. Bij het College kan geklaagd worden over discriminatie. Het College neemt klachten in behandeling en toetst deze aan de Algemene wet gelijke behandeling. De oordelen zijn niet bindend. Dat schrijft het College ook op haar website. Het is een niet-bindend advies en geldt alleen voor de klacht die deze medewerker in haar specifieke omstandigheid heeft ingediend. Dat neemt overigens niet weg dat de politie het oordeel zeer serieus neemt. De politie heeft het oordeel van College zorgvuldig willen bestuderen en van een goed antwoord willen voorzien.
4. Wat betekent dit voor de betrokken medewerkster?
Voor de betreffende medewerker zal het niet worden toegestaan om een hoofddoek te dragen bij het uniform. De toezeggingen die aan de betrokken medewerker zijn gedaan worden echter niet teruggedraaid. De huidige situatie blijft zoals die is. De betrokken collega mag, in burgerkleding en met hoofddoek, telefonisch en via 3D aangiftes opnemen.
5. Mogen anderen dat dan straks ook?
Nee. Zij blijft een uitzondering en dit schept geen precedent voor andere politiemedewerkers. De politie zal zowel bij leidinggevenden als overige medewerkers aandacht gaan vestigen op de (inhoud van de) Gedragscode lifestyle-neutraliteit, de betekenis daarvan en het belang van naleving daarvan.