Den Haag - Verschillende eigen bijdragen voor langdurige zorg gaan de komende jaren omlaag. De ministerraad heeft hiermee ingestemd. Minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en minister Bruno Bruins voor Medische Zorg sturen een brief hierover aan de Tweede Kamer.
Mensen die langer zorg en ondersteuning nodig hebben, krijgen vaak te maken met verschillende zorgwetten. Daardoor betalen ze verschillende eigen bijdragen. De zorgkosten lopen daardoor op, vooral voor mensen die geen aanspraak kunnen maken op zorgtoeslag of gemeentelijke regelingen. Het kabinet gaat deze zogeheten stapeling van zorgkosten de komende jaren beperken.
De eerste maatregel gaat al in per 1 januari 2018. De maatregel ontziet mensen die blijvend intensieve zorg nodig hebben aan huis, of zelf in een verpleeghuis verblijven terwijl hun partner thuis woont. Het percentage van hun inkomen dat meetelt voor de berekening van de eigen bijdrage wordt verlaagd van 12,5 naar 10%.
Ruim dertigduizend mensen gaan erop vooruit door de maatregel, vooral mensen met een middeninkomen. Zij betalen 30 tot 150 euro minder per maand. De vermogensinkomensbijtelling voor de eigen bijdrage aan langdurige zorg wordt gehalveerd van 8 naar 4% van het vermogen. Deze maatregel wordt in 2019 van kracht.
Het ministerie van VWS gaat met gemeenten overleggen over een eenvoudig en transparant abonnementstarief van 17,50 per vier weken, voor huishoudens die gebruik maken van ondersteuning vanuit de gemeente. De bijbetalingen voor bepaalde geneesmiddelen krijgen een plafond van 250 euro per jaar, gekoppeld aan de herberekening van het geneesmiddelenvergoedingssysteem.
Eerder is al besloten om het eigen risico te bevriezen in 2018. Het kabinet zet deze bevriezing voort tot en met 2021. Met deze maatregelen blijft de zorg en ondersteuning betaalbaar voor mensen die te maken hebben met verschillende soorten van eigen bijdragen in de zorgwetten.