DEN HAAG - Het is van het grootste belang dat Nederland zich goed blijft voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. De grote uitdaging is om bij alle ruimtelijke plannen volop rekening te houden met de wateropgave en het veranderende klimaat.
Dat schrijft deltacommissaris Peter Glas in het Deltaprogramma 2020. Peter Glas: ‘Klimaatadaptief en waterrobuust bouwen en ontwikkelen zou het ‘nieuwe normaal’ moeten zijn.’
Het Deltaprogramma 2020, voorbereid door de deltacommissaris, met daarin concrete maatregelen op het gebied van waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid en ruimtelijke adaptatie is vandaag namens het kabinet door de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer aangeboden.
Klimaatbestendige en waterrobuuste ruimtelijke inrichting
Een van de doelstellingen van het Deltaprogramma is dat Nederland in 2050 zo goed mogelijk klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. In verband met de grote ruimtelijke opgaven voor woningbouw en energietransitie, vraagt de deltacommissaris extra aandacht voor de verbinding tussen water en ruimte en verzoekt hij alle overheden hieraan in hun omgevingsbeleid invulling te geven. Nederland is klein en iedere opgave gaat gepaard met een forse ruimteclaim. De omvangrijke woningbouwopgave is hier een voorbeeld van. Daarom is het van groot belang dat de doelen van het Deltaprogramma – voor waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid en ruimtelijke adaptatie – doorwerken in de omgevingsvisies van Rijk, provincies en gemeenten en dat ze meegenomen worden bij de voorbereiding van concrete projecten in het fysieke domein. Ook is het van belang dat overheden zelf, als opdrachtgever, het goede voorbeeld geven én bevorderen dat ook burgers en bedrijfsleven hun aandeel leveren.
Voortgang Deltaprogramma
Het Deltaprogramma 2020 laat zien dat de geplande maatregelen op alle onderdelen op schema liggen. Afgelopen jaar bleek dat Nederland steeds beter in staat is om met langdurige droogte om te gaan, mede door de maatregelen die de afgelopen jaren zijn gerealiseerd. Wel zorgde de ongebruikelijke lange droogteperiode van 2018 voor verzilting in het IJsselmeer en was er sprake van sterk dalende grondwaterstanden, met name op de Hoge Zandgronden en in de Zuidwestelijke Delta. De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft eind 2018 een tijdelijke Beleidstafel Droogte ingericht. De eerste aanbevelingen hiervan zijn inmiddels binnen het Deltaprogramma opgepakt. Ook is er 7 miljoen beschikbaar gesteld uit het Deltafonds voor urgente projecten. Er is een grote inspanning nodig van alle betrokken partijen om water vast te houden in natte tijden, zodat dit beschikbaar is in tijden van droogte.
De stresstesten zijn voor vrijwel alle gemeenten uitgevoerd waarmee de kwetsbaarheid voor extreem weer in beeld is gebracht. In verschillende regio’s worden al risicodialogen met belanghebbenden gevoerd over de aanpak van de knelpunten. Als invulling van het bestuursakkoord Klimaatadaptatie heeft het Rijk voor de korte termijn een extra impuls van 20 miljoen beschikbaar gesteld. Verschillende projecten zijn door dit extra geld sinds dit jaar in uitvoering.
Op basis van de huidige inzichten moet tot 2050 wekelijks gemiddeld één kilometer dijk versterkt worden. In 2019 is onder andere de voorbereiding van de versterking van de Markermeerdijken gestart en zijn de Prins Hendrikzanddijk en de innovatieve dijkversterking van de Ringdijk watergraafsmeer opgeleverd. De gemiddelde snelheid van de dijkversterkingen is in lijn met de benodigde voortgang om de primaire keringen in 2050 te laten voldoen aan de nieuwe normen.
Herijking
Ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld klimaat, demografie of economie kunnen aanleiding zijn om de koers van het Deltaprogramma aan te passen. Eens in de zes jaar vindt daarom een systematische herijking van de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën uit het Deltaprogramma 2015 plaats. Medio 2018 is het proces van de eerste herijking van start gegaan. Volgend jaar zal dit in het Deltaprogramma 2021 kunnen resulteren in voorstellen voor aanpassingen.
Een tussentijds inzicht van de lopende herijking is dat de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën uit 2014 robuust zijn. Tot 2050 zijn ze het goede uitgangspunt om Nederland veilig, klimaatbestendig en waterrobuust te maken. Het lijkt erop dat de herijking in 2021 tot beperkte aanpassingen zal leiden. Na 2050 kunnen de opgaven echter ingrijpend wijzigen, doordat de zeespiegel vanaf dan mogelijk sneller stijging dan in het Deltaprogramma 2015 rekening mee werd gehouden. De koersaanpassing die na 2050 mogelijk nodig is, vraagt de komende jaren een proces van joint fact finding om te komen tot gedeelde kennis, maatschappelijke betrokkenheid en gezamenlijke keuzes.
Zeespiegelstijging
Het afgelopen jaar zijn er belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van een Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Nederland is de veiligste delta ter wereld en wil dat – ook op de lange termijn – blijven. De partners van het Deltaprogramma werken daarom samen met de kennisinstellingen en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven aan het kennisprogramma. De doelen van het kennisprogramma zijn onder meer om de onzekerheden over de ontwikkelingen op Antarctica en de daarmee samenhangende zeespiegelstijging te verkleinen. Maar ook om in beeld te brengen in hoeverre de huidige deltabeslissingen en voorkeursstrategieën houdbaar en oprekbaar zijn en te verkennen wat de verschillende handelingsperspectieven voor de verre toekomst kunnen zijn. Het kennisprogramma loopt tot 2026. De uitkomsten worden gebruikt bij de tweede zesjaarlijkse herijking van het Deltaprogramma. Hiermee is het mogelijk adaptief in te spelen op een eventueel versnelling van de zeespiegelstijging na 2050.
Deltafonds
In de periode 2020-2033 is in het Deltafonds circa €17,9 miljard beschikbaar, waarmee het jaarlijkse budget gemiddeld op een kleine €1,3 miljard uitkomt.