WILLEMSTAD - Vanochtend vond de maandelijkse vergadering van de Rijksministerraad (RMR) plaats, waarbij ook de Gevolmachtigde Minister van Curaçao, Anthony Begina, aanwezig was.
Daarbij is ondermeer gesproken over het verzoek om financiële steun (voor een periode van 3 maanden) dat Curaçao op 1 april 2020 heeft ingediend bij Minister Knops en Minister Rutte. Conform het verzoek van Minister Knops heeft het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) op 7 april 2020 advies uitgebracht omtrent de liquiditeitsbehoefte van Curaçao over de maand april 2020. Op grond van vorengenoemde stukken en adviezen heeft de RMR vanochtend het volgende besloten:
Curaçao krijgt in eerste instantie liquiditeitssteun voor de inkomstenderving en de maatregelen ten behoeve van behoud van banen. Het beschikbaar gestelde bedrag is ANG 105 miljoen voor de maand april en ANG 72 miljoen voor de helft van de maand mei. Het gaat dus om een totaalbedrag van ANG 177 miljoen voor de komende zes weken.
De liquiditeitssteun wordt gegeven in de vorm van een tweejarige zogenaamde ‘bulletlening’, tegen een rente van 0%. Over twee jaar zal de liquiditeitssteun worden geherfinancierd, waarbij passende aflossingstermijnen en overige voorwaarden worden overeengekomen.
Met betrekking tot het dan nog niet ingevulde pakket aan steunmaatregelen worden de komende tijd intensief gesprekken gevoerd tussen de landen om te komen tot langetermijnafspraken.
Het Cft zal met Curaçao nadere afspraken maken over een efficiënt beheer van beschikbare liquiditeiten met specifieke aandacht voor doelmatigheid en het voorkomen van bureaucratie.
Voor wat betreft het totaalpakket aan steunmaatregelen, dat ANG 755 miljoen kost volgens berekeningen van de Commissie Noodfonds, zullen in de komende periode intensieve besprekingen gevoerd worden tussen de landen, zodat er afspraken komen die structureel en duurzaam zijn. De regering heeft financiële steun aangevraagd in de vorm van een gedeeltelijke schenking, op basis van artikel 36 uit het Statuut, waarin gesteld wordt “steunend op eigen kracht, doch met de wil elkander bij te staan”.
In dat kader benadrukt de regering van Curacao dat de beslissing van de RMR die vandaag gevallen is, als een eerste stap gezien moet worden. Er zullen meerdere overleggen volgen om tot beslissingen te komen die ons zo snel en zo goed mogelijk uit de crisis helpen. Deze gesprekken en een open communicatie zijn noodzakelijk om gezamenlijk tot de juiste visie en de beste oplossing, op zowel korte als lange termijn, voor het land te geraken. De regering is zich ervan bewust dat de meningen in de samenleving over de vandaag genomen beslissing verschillen, er zijn mensen die tevreden zijn en mensen die ontevreden zijn over de manier waarop we de eerste steun ontvangen.
De regering ziet de beslissing van vandaag als de start van een traject dat we samen met Nederland doorlopen. We zijn ons zeer bewust van het feit dat hetgeen we lenen, we op een later moment ook zullen moeten terugbetalen. En we realiseren ons eveneens dat dit zwaar kan gaan drukken op onze toekomst. Daarom blijven we overleggen via de RMR over een structureel pad dat ons uit deze crisis leidt.
De regering drukt iedereen op het hart dat we ons ervan bewust moeten zijn dat Curaçao een nieuwe fase ingaat. Dat betekent dat áls het ons lukt om het virus in onze gemeenschap te beheersen met zo weinig mogelijk consequenties voor de gezondheid van onze bevolking, dit geenszins betekent dat we terug kunnen naar ‘business as usual’. Iedereen zal al het mogelijke moeten doen zodat we zo snel mogelijk herstellen.
Maar de rauwe werkelijkheid is ook dat de hele wereld de effecten voelt van deze crisis, en dat we ons zullen moeten aanpassen aan die realiteit, want we zijn voor een groot deel afhankelijk van de ontwikkelingen in andere landen. In dat kader moeten we ons voorbereiden op enkele jaren die financieel en economisch nog meer pijn gaan doen dan de huidige periode. Iedereen zal de effecten ondervinden van deze crisis, en het vraagt om solidariteit op landelijk niveau om hier uit te komen. Solidariteit op landelijk niveau betekent ook dat dingen die vroeger niet konden, nu meteen tóch gerealiseerd moeten worden. Want alleen op die manier kunnen we deze pijnlijke periode zo kort mogelijk maken. Als we de noodzakelijke stappen niet nemen, ook de moeilijkste, dan zal de pijn heviger en langer voortduren.
Er zijn verschillende voorbeelden te noemen van projecten en wetsvoorstellen die al langere tijd op zich laten wachten, zoals het voorstel om ambtenaren vroegtijdig met pensioen te laten gaan, de nullijn voor ambtenaren, de niet-efficiente subsidiering van stichtingen, de kosten van het overheidsapparaat, stappen om te komen tot digitalisering etc. Vaak gaat het ook om wetgevingstrajecten die lang duren. Uiteraard kunnen we de wet niet naast ons neerleggen, maar in deze crisistijd zullen we moeten komen tot zo kort mogelijke wetgevingstrajecten. De wil daartoe moet er zijn.